Selecteer een pagina
Cassatievlog #068 | Artikel 35 UAVG en ontvankelijkheid in kort geding

Cassatievlog #068 | Artikel 35 UAVG en ontvankelijkheid in kort geding

HR 15 september 2023 ECLI:NL:HR:2023:1216

Is een belanghebbende na het verstrijken van de termijn van artikel 35 lid 2 UAVG nog ontvankelijk in kort geding? De Hoge Raad doet hierover uitspraak na een vordering van de Procureur Generaal tot cassatie in het belang der wet. In drie minuten bespreekt Matthijs Bakker dit arrest.

 

Cassatievlog #068 is ook als podcast beschikbaar.

Cassatievlog #067 | Een ‘ouder recht’ (art. 2.23 BVIE) hoeft niet altijd het oudste recht te zijn

Cassatievlog #067 | Een ‘ouder recht’ (art. 2.23 BVIE) hoeft niet altijd het oudste recht te zijn

HR 8 september 2023 ECLI:NL:HR:2023:1161

De Hoge Raad heeft uitspraak gedaan over het begrip ‘ouder recht’ in art. 2.23 van het Benelux Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom (het BVIE). Wat was er aan de hand? Jerre de Jong bespreekt in 3 minuten het arrest van de Hoge Raad.

Cassatievlog #067 is ook als podcast beschikbaar.

 

De Hoge Raad beantwoordt vragen over verrekening in faillissement

De Hoge Raad beantwoordt vragen over verrekening in faillissement

HR 25 augustus 2023, ECLI:NL:HR:2023:1135

(i) van niet te goeder trouw handelen in de zin van art. 54 lid 1 Fw en 235 lid 1 Fw is ook sprake als degene die een schuld aan, of van een vordering op, de later gefailleerde/de boedel overneemt behoort te weten dat de schuldenaar in een zodanige toestand verkeert dat diens faillissement dan wel surseance van betaling is te verwachten;
(ii) voor toepassing van de in het arrest Mulder q.q./Crédit Lyonnais aanvaarde verruimende uitzondering op de beperkte verrekeningsbevoegdheid van banken is, als de betaling plaatsvindt op de bankrekening van een andere schuldenaar van de bank dan de pandgever, vereist is dat het pandrecht (mede) strekte tot zekerheid voor de betaling van de schuld van die andere schuldenaar.  Lees meer…

Het meewegen van (latere) energielabels bij de toetsing van de aanvangshuurprijs

Het meewegen van (latere) energielabels bij de toetsing van de aanvangshuurprijs

Cassatieblog HR 30 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:1005 (Orange Property B.V. / X)

(i) Voor de vraag of een energielabel kan worden meegewogen in het woningwaarderingsstelsel is niet van belang of de verhuurder dit energielabel aan de verhuurder heeft verstrekt.
(ii) Een energielabel dat is afgegeven na de peildatum van het woningwaarderingsstelsel kan worden meegewogen als de opname plaatsvond voor of op de ingangsdatum van de huurovereenkomst. Als de opname na die datum plaatsvond, moet worden beoordeeld in hoeverre de energieprestatie gelijk is aan de toestand op de ingangsdatum van de huurovereenkomst.
(iii) Een (later afgegeven) energielabel mag nog bij de beoordeling van de aanvangshuurprijs worden betrokken als het op een zodanig moment beschikbaar is dat daarmee rekening kan worden gehouden bij de beslissing door de huurcommissie of de kantonrechter.  Lees meer…

Functionele immuniteit van jurisdictie van overheidsfunctionarissen

Functionele immuniteit van jurisdictie van overheidsfunctionarissen

HR 25 augustus 2023, ECLI:NL:HR:2023:1132

Het is een regel van internationaal gewoonterecht dat overheidsfunctionarissen voor handelingen die zij hebben verricht in de uitoefening van hun publieke functie, in een civiele zaak voor de rechter van een andere staat een beroep op immuniteit van jurisdictie toekomt, ongeacht de aard en de ernst van de hun verweten gedragingen.  Lees meer…

Cassatievlog #066 | Contractueel afwijken van de Haviltex-norm

Cassatievlog #066 | Contractueel afwijken van de Haviltex-norm

HR 25 augustus 2023 ECLI:NL:HR:2023:1131

Is het mogelijk om uitleg op basis van de Haviltex-maatstaf contractueel uit te sluiten en een andere uitlegmaatstaf van toepassing te verklaren op de overeenkomst? De Hoge Raad heeft die vraag in zijn arrest van 25 augustus 2023 bevestigend beantwoord. In dit vlog bespreekt Hidde het arrest.

Cassatievlog #066 is ook als podcast beschikbaar.

Lees ook het cassatieblog Contractueel afwijken van Haviltex? voor een uitgebreidere bespreking van het arrest.

Toepasselijk recht, gewoonlijke werkland en nauwere band

Toepasselijk recht, gewoonlijke werkland en nauwere band

HR 17 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:408

(i) Bij de beoordeling welk land het gewoonlijke werkland is, moet de nationale rechter vaststellen in welke staat zich de plaats bevindt waarin de werknemer zijn instructies voor zijn opdrachten ontvangt en waar hij zijn werk organiseert.
(ii) De omstandigheid dat in een bepaald land belastingen en sociale premies worden afgedragen, is als zodanig van belang voor de beantwoording van de vraag of sprake is van een nauwere band met een ander land dan het gewoonlijke werkland. Lees meer…

Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over het vermoeden van ‘één onderneming’ bij toepassing art. 8 sub 1 Brussel I-bis

Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over het vermoeden van ‘één onderneming’ bij toepassing art. 8 sub 1 Brussel I-bis

HR 21 april en 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:660 en ECLI:NL:HR:2023:965

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het HvJEU over het vermoeden van ‘één onderneming’ in geval van beslissende invloed van de moedermaatschappij bij het bepalen van een nauwe band als bedoeld in art. 8 sub 1 Brussel I-bis. Lees meer…

Heeft tussenpersoon Spaar Select geadviseerd over effectenleaseproduct?

Heeft tussenpersoon Spaar Select geadviseerd over effectenleaseproduct?

HR 9 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:885 

Van niet-toegestane advisering door een tussenpersoon is sprake als de tussenpersoon, zonder vergunning, in het kader van zijn beroep of bedrijf aan een afnemer een gepersonaliseerde aanbeveling tot het aangaan van een specifiek financieel product heeft gedaan. Hiervoor is vereist, maar ook voldoende, dat een effectenleaseproduct is voorgesteld als geschikt voor deze afnemer of berust op een afweging van de persoonlijke omstandigheden van de afnemer. Voor de beoordeling of daarvan sprake is, is relevant of de tussenpersoon al dan niet (i) heeft geïnformeerd naar de financiële omstandigheden en financiële doelen van de afnemer, (ii) ook andere mogelijke effectenleaseproducten heeft genoemd en besproken dan het uiteindelijk afgenomen product, (iii) naast of in samenhang met het afgenomen effectenleaseproduct een ander financieel product heeft geadviseerd. Maar ook als deze omstandigheden niet worden vastgesteld, kan het zo zijn dat de tussenpersoon een gepersonaliseerde aanbeveling heeft gedaan, namelijk een aanbeveling die is voorgesteld als geschikt voor de betrokken afnemer. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl