Alle berichten met de tag: BW art. 1:142


HR 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389

Of partijen met een ‘alsof’-beding in hun huwelijkse voorwaarden niet alleen een methode van verrekening naar analogie van de gemeenschap van goederen zijn overeengekomen, maar ook de mogelijkheid van vergoedingsrechten alsof tijdens het huwelijk gemeenschap van goederen heeft bestaan, is een kwestie van uitleg van de huwelijkse voorwaarden. Voor deze uitleg kan van belang zijn wat partijen met betrekking tot de berekening van de verrekenvordering zijn overeengekomen en of zij naast het ‘alsof’-beding regelingen hebben getroffen voor het ontstaan van vergoedingsrechten, zoals voor de kosten van de huishouding. (meer…)

HR 19 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:637

Het bewijsvermoeden van artikel 1:141 lid 3 BW ziet uitsluitend op de vraag of het aanwezige vermogen al dan niet gefinancierd is uit hetgeen verrekend had moeten worden. Voor de vaststelling van de omvang van het te verrekenen vermogen op de peildatum gelden de gewone regels van stelplicht en bewijslast. Beschrijving van het te verrekenen vermogen hangende procedure terzake afwikkeling niet-uitgevoerd verrekenbeding. Miskenning devolutieve werking appel. (meer…)

Cassatieblog.nl