Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: onderzoeksplicht


HR 3 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:831 (Eiseres/De Novitaris)

Indien de voor de notaris kenbare feiten het oordeel rechtvaardigen dat het recht van een derde een beletsel vormt voor de beoogde levering of bezwaring, dan wel aanleiding vormen tot gerede twijfel daarover, dan dient hij – tenzij de betrokken derde verklaart geen bezwaar te hebben tegen de levering of bezwaring – zijn ministerie te weigeren. (meer…)

HR 17 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2987 (Verzoekers/Remax)

De vraag of een voor de verkoper optredende makelaar gehouden is ten behoeve van de potentiële koper onderzoek te doen naar hypotheekrechten of beslagen op het te verkopen onroerend goed, dan wel te waarschuwen voor de mogelijkheid daarvan, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In casu kon het hof deze vraag ontkennend beantwoorden. (meer…)

HR 19 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2740

(1) Het hof heeft kunnen oordelen dat eiser onzorgvuldig heeft gehandeld door een onjuist gebleken aangifte in een taal die hij niet machtig was te ondertekenen zonder te (laten) onderzoeken of de inhoud daarvan overeenstemde met hetgeen hij wilde verklaren. (2) Voor toekenning van smartengeld wegens aantasting van de eer van een beschuldigde partij is niet vereist dat derden van de beschuldigingen kennis nemen. Potentieel verlies van verdienvermogen kan medebepalend zijn voor de ernst van een aantasting in iemands eer of goede naam. (meer…)

HR 11 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1680 (Staat/Verweerder)

Indien in een geding voor de burgerlijke rechter de opgeëiste persoon aanvoert dat hij door of mede door toedoen van functionarissen van de verzoekende staat is gefolterd in verband met de zaak waarvoor zijn uitlevering wordt gevraagd, kan op de Staat, indien de desbetreffende stellingen van de opgeëiste persoon voldoende klemmend en aannemelijk zijn, de verplichting rusten nader onderzoek te doen naar de juistheid daarvan. (meer…)

HR 8 februari 2013, LJN BY4600 (Eisers/Rabobank)

(1) De in art. 6:89 BW verankerde onderzoeks- en klachtplicht van de schuldeiser is van toepassing op alle verbintenissen, waaronder ook die uit beleggingsadviesrelaties. De vraag of aan deze onderzoeks- en klachtplicht is voldaan, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. Bij die beoordeling is van belang of de schuldenaar nadeel lijdt door het late tijdstip waarop de schuldeiser heeft geklaagd. De tussen het bekend worden van het gebrek en de klacht verstreken tijd vormt weliswaar een belangrijke factor, maar is niet doorslaggevend.
(2) Bij beleggingsadviesrelaties rust ingevolge art. 6:89 BW op de (particuliere) cliënt pas een onderzoeksplicht met betrekking tot de vraag of de bank haar zorgplicht heeft nageleefd, indien de cliënt van die zorgplicht op de hoogte is en gerede aanleiding heeft te veronderstellen dat de bank daarin kan zijn tekortgeschoten. (meer…)

Cassatieblog.nl