Alle berichten met de tag: Rv art. 209


HR 26 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:776

Een termijnoverschrijding kan verschoonbaar zijn als deze is veroorzaakt door een verstoring, zoals een stroom- of internetstoring. De rechter moet gelegenheid bieden om een dergelijke verstoring en de niet-toerekenbaarheid daarvan te onderbouwen. Daarbij geldt dat het in de praktijk niet steeds mogelijk zal zijn om direct bij de indiening van het stuk of het bericht nadat de verstoring is verholpen, de oorzaak en de niet-toerekenbaarheid van de verstoring te onderbouwen.  (meer…)

Hoge Raad 26 mei 2023,  ECLI:NL:HR:2023:776

In dit vlog bespreekt Hidde Volberda een uitspraak van de Hoge Raad over een advocaat die zijn Memorie van Grieven te laat had ingediend, vanwege een internetstoring. Het hof oordeelde dat zijn recht om een Memorie van Grieven te nemen was komen te vervallen. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof. Hij oordeelt dat het hof de advocaat in de gelegenheid had moeten stellen om te onderbouwen dat er daadwerkelijk een (niet-toerekenbare) internetstoring had plaatsgevonden.

Cassatievlog #058 is ook als podcast beschikbaar.

HR 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5664 (Saldal B.V. c.s./X)

De verplichtingen van partijen om onredelijke vertraging van de procedure te voorkomen (art. 20 lid 2 Rv) en de goede procesorde brengen mee dat op de roldatum waartegen partijperemptoirstelling en aanzegging van akte van niet-dienen voor memorie van grieven heeft plaatsgevonden, van grieven behoort te worden gediend. Dat is niet anders indien op die roldatum voeging wegens verknochtheid van zaken wordt gevorderd, ook al wordt op een dergelijke vordering vaak beslist voordat in de hoofdzaak wordt beslist. (meer…)

HR 13 juli 2012  ECLI:NL:HR:2021:BW4008 (X c.s./Ontvanger van de Belastingdienst Rivierenland)

Op een incidentele vordering wordt eerst en vooraf beslist indien dit uit een bijzondere wettelijke regel volgt of “indien de zaak dat medebrengt” (art. 209 Rv). Bij de toepassing van deze maatstaf dient de rechter na te gaan of een voorafgaande behandeling en beslissing redelijkerwijs geboden zijn en niet leiden tot een onredelijke vertraging van het geding. In dit geval, waarin een incidentele vordering is ingesteld tot oproeping van de geëxecuteerde in een verklaringsprocedure, brengt de aard van deze incidentele vordering niet mee dat daarop voorafgaand moet worden beslist, nu voor de oproeping van de geëxecuteerde geen verlof van de rechter nodig is. (meer…)

HR 2 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU8176 (X/Royal Bank of Scotland)

Een partij die een proceshandeling in de hoofdzaak dient te verrichten, maar in plaats daarvan een incidentele vordering instelt ten aanzien waarvan de wet niet bepaalt dat daarover eerst en vooraf moet worden beslist, loopt het risico dat de rechter oordeelt dat voor dat laatste onvoldoende reden is en dat de betrokken proceshandeling in de hoofdzaak ten onrechte niet is verricht. Het hof heeft in dit geval kunnen oordelen dat het instellen van een incidentele vordering tot schorsing van de zaak in afwachting van de uitkomst van een andere procedure, niet meebracht dat appellant nog een verder uitstel zou krijgen voor zijn memorie van grieven. (meer…)

Cassatieblog.nl