Verpanding van creditsaldo treft niet latere betalingen op de rekening
HR 17 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU6552 (Rabobank/Kézér q.q.)
De verpanding van het creditsaldo van een rekening treft niet de nadien op die rekening ten gevolge van betalingen door derden gecrediteerde bedragen, aangezien die vorderingen niet rechtstreeks worden verkregen uit de rekening-courantverhouding tussen de bank en de pandgever. (meer…)
Aflevering vervoerde goederen vereist wilsovereenstemming tussen vervoerder en geadresseerde
HR 17 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT8464 (Tele Tegelen/Stainalloy)
Aflevering van de vervoerde goederen (art. 8:1095 BW) is geen eenzijdige rechtshandeling, maar moet berusten op wilsovereenstemming tussen de vervoerder en de geadresseerde. Het is mogelijk dat de vervoerde goederen na aankomst op de plaats van bestemming krachtens een andere overeenkomst onder de vervoerder blijven berusten, waarmee dan de vervoerovereenkomst eindigt. Het kennelijke oordeel van het hof dat dit laatste zich in deze zaak niet voordoet, is niet onbegrijpelijk. (meer…)
Bekendheid echtgenoot met effectenleaseovereenkomst bij betaling via gezamenlijke rekening
HR 17 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU6506 en ECLI:NL:HR:2012:BU6508
De verjaringstermijn van de vernietigingsbevoegdheid van een echtgenoot op grond van artikel 1:88 jo. 1:89 BW gaat lopen vanaf het tijdstip dat deze met de gesloten overeenkomsten daadwerkelijk bekend is geworden. De omstandigheid dat betalingen plaatsvonden via een “en/of”-rekening kan de gevolgtrekking wettigen dat de echtgenoot met de ontvangst van het oudste bankafschrift waarop de betalingen staan vermeld, bekend was met de betrokken overeenkomst. Het staat de wederpartij ingevolge art. 151 lid 2 Rv echter vrij tegenbewijs te leveren. Staat eenmaal vast dat de vernietigingsbevoegdheid is verjaard, dan biedt voeging met een beroep op art. 3:51 lid 3 BW geen soelaas meer. (meer…)
Aansprakelijkheid verkoper en makelaar voor te kleine oppervlakte bedrijfspand
HR 17 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU9891 en ECLI:NL:HR:2012:BV6162
De enkele omstandigheid dat de koper van een bedrijfspand jaarlijks een aanzienlijk bedrag aan huurinkomsten derft doordat dit pand een aanzienlijk kleinere oppervlakte heeft dan voorafgaand aan de koop was medegedeeld, maakt een beroep op een exoneratieclausule ter zake van de medegedeelde oppervlakte niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De vraag of een makelaar die bij een dergelijke transactie betrokken is, gehouden is om zelfstandig te (laten) controleren of van de opdrachtgever of een derde ontvangen gegevens die onder zijn verantwoordelijkheid aan potentiële kopers worden meegedeeld, juist zijn, kan niet in haar algemeenheid worden beantwoord. Het antwoord op de vraag of – en zo ja, in hoeverre – een potentiële koper op de juistheid van de door een makelaar verstrekte informatie mag afgaan, is onder meer afhankelijk van eventuele mededelingen van de makelaar over de mate waarin hij voor de juistheid van die gegevens instaat. (meer…)
Maatstaf Fietsenstallingarrest geldt ook als huurder van aanhorigheid geen huurder is van andere, door hem gebezigde bedrijfsruimte
HR 10 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU5602 (X/Gemeente Den Haag)
Ook in het geval waarin de huurder van de aanhorigheid niet tevens huurder is van de andere door hem als bedrijfsruimte gebezigde ruimte(n), maar deze op grond van een andere titel (zoals eigendom) houdt, moet de vraag of op de aanhorigheid het regime van art. 7:290 BW van toepassing is worden beoordeeld aan de hand van de vraag of de verhuurder met een bestemming van het gehuurde als aanhorigheid van de andere door de huurder gebezigde ruimte(n) heeft ingestemd. Een zodanige instemming kan eventueel worden afgeleid uit het feit dat de aard van de verhuurde ruimte meebrengt dat zij niet dan als een onderdeel van de gehele door de huurder geëxploiteerde bedrijfsruimte kan worden bezien. (meer…)
Recente berichten
- Geen belang bij cassatie niet-dragend oordeel
- Bananenhandel en bewijsaanbod: wanneer is voldoende gesteld om tot getuigenbewijs te worden toegelaten?
- De gevolgen van het niet naleven van het Didam-arrest
- Cassatievlog #114 | De gevolgen van het handelen in strijd met Didam en de publicatieplicht
- Recht op vergoeding van in buitenland verleende geneeskundige zorg
- Uitleg van onduidelijke werkingssfeerbepaling
- Cassatievlog #113 | Voor inbezitneming van ‘publieke grond’ geldt geen afzonderlijke maatstaf
- WHOA-akkoord kan rechten schuldeisers wel beperken, maar bestaande verplichtingen van schuldeisers niet wijzigen
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (326)
- Arbeidsrecht (225)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (66)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (86)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (90)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (198)
- Intellectuele-eigendomsrecht (114)
- Internationaal privaatrecht (80)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (176)
- Pensioenrecht (23)
- Personen- en familierecht (207)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (26)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (134)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (837)
- Strafrecht (6)
- Verbintenissenrecht (289)
- Vermogensrecht algemeen (85)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (76)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (118)