Onrechtmatig verkregen bewijs door persoonlijk onderzoek verzekeraar in strijd met Gedragscode
HR 18 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:942 (Achmea/Verweerder)
Indien een verzekeraar bij het uitvoeren van een persoonlijk onderzoek handelt in strijd met de Gedragscode Persoonlijk Onderzoek, kan tot uitgangspunt worden genomen dat er sprake is van een onrechtmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de verzekerde. In casu heeft het hof kunnen oordelen dat de resultaten van het persoonlijk onderzoek, als onrechtmatig verkregen bewijs, buiten beschouwing dienen te blijven. (meer…)
De rol van de gedragswetenschapper in de gesloten jeugdzorg
HR 18 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:951
De gedragswetenschapper die ten behoeve van de door hem af te geven instemmingsverklaring als bedoeld in art. 29b lid 5 Wjz, de jeugdige onderzoekt, is niet gehouden om daarbij schriftelijke informatie te betrekken die hem door of namens de jeugdige wordt aangeboden. De enkele omstandigheid dat de gedragswetenschapper in dienst is van Bureau Jeugdzorg staat niet in de weg aan de bruikbaarheid van de door hem afgegeven instemmingsverklaring. (meer…)
De appelgrens bij objectieve cumulatie van vorderingen waarop in verschillende (deel)vonnissen wordt beslist
HR 18 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:946 (X/Esprit Management & IT Services B.V.)
Als een eiser meerdere vorderingen tegelijk aanbrengt (objectieve cumulatie), is voor de appelgrens van art. 332 lid 1 Rv beslissend de totale waarde van de vorderingen waarover de rechter in eerste aanleg had te beslissen. De wijze van afdoening door de rechter in eerste aanleg brengt daarin geen verandering. Als de rechter over het gevorderde in meerdere (deel)vonnissen beslist, dan dient voor de appellabiliteit van elk van deze vonnissen in aanmerking te worden genomen wat de totale waarde was van het gevorderde waarover de rechter in eerste aanleg moest beslissen. (meer…)
Hoge Raad verbiedt Vereniging Martijn
HR 18 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:948 (OM/Vereniging Martijn)
1. Voor het antwoord op de vraag of de werkzaamheid van een rechtspersoon in strijd is met de openbare orde in de zin van art. 2:20 BW, is niet bepalend of de rechtspersoon reeds daadwerkelijk een gevaar vormt voor de openbare orde. De rechter moet onderzoeken of het verbod en de ontbinding van de rechtspersoon in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de bescherming van de gezondheid of de openbare orde of de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
2. De bestuurders van een ontbonden rechtspersoon (niet de vereffenaar) blijven bevoegd tot het instellen van hoger beroep of cassatie tegen de rechterlijke uitspraak waarin de vereniging is ontbonden. (meer…)
De Hoge Raad over de reikwijdte van het begrip “bodem van de belastingschuldige”
HR 11 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:896 (Ontvanger/Horeca Holding c.s.)
Voor zover de curator op het perceel van de belastingschuldige handelingen verricht die strekken tot beheer en vereffening van de failliete boedel als bedoeld in art. 68 Fw, dient tot uitgangspunt dat niet reeds op die enkele grond sprake is van bodem van de belastingschuldige in de zin van art. 22 lid 3 Iw 1990. Voor zover de curator echter op het perceel van de belastingschuldige handelingen verricht tot voortzetting van diens bedrijf als bedoeld in art. 98 Fw, brengt dat in beginsel wel mee dat sprake is van diens bodem in de zin van art. 22 lid 3 Iw 1990. (meer…)
Recente berichten
- Geen belang bij cassatie niet-dragend oordeel
- Bananenhandel en bewijsaanbod: wanneer is voldoende gesteld om tot getuigenbewijs te worden toegelaten?
- De gevolgen van het niet naleven van het Didam-arrest
- Cassatievlog #114 | De gevolgen van het handelen in strijd met Didam en de publicatieplicht
- Recht op vergoeding van in buitenland verleende geneeskundige zorg
- Uitleg van onduidelijke werkingssfeerbepaling
- Cassatievlog #113 | Voor inbezitneming van ‘publieke grond’ geldt geen afzonderlijke maatstaf
- WHOA-akkoord kan rechten schuldeisers wel beperken, maar bestaande verplichtingen van schuldeisers niet wijzigen
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (326)
- Arbeidsrecht (225)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (66)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (86)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (90)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (198)
- Intellectuele-eigendomsrecht (114)
- Internationaal privaatrecht (80)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (176)
- Pensioenrecht (23)
- Personen- en familierecht (207)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (26)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (134)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (837)
- Strafrecht (6)
- Verbintenissenrecht (289)
- Vermogensrecht algemeen (85)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (76)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (118)