Alle berichten van: Femke Ruitenbeek-Bart


HR 27 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3397

Bij beantwoording van de vraag of een persoonlijke predispositie aanleiding is voor een beperking van de omvang van de schadevergoedingsplicht (bijvoorbeeld door bekorting van de looptijd) komt het aan op een redelijke verwachting van de goede en de kwade kansen. Het hof heeft in dit geval de beperking van de looptijd tot 55-jarige leeftijd vanwege een psychische predispositie bij benadeelde ontoereikend gemotiveerd. (meer…)

HR 20 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3334

Het onttrekken van een letselschadeuitkering aan het onder bewind gestelde vermogen van de minderjarige en het overhevelen van die uitkering naar een besloten vennootschap is een daad van beschikking in de zin van art. 1:441 lid 1, aanhef en onder a BW, waarvoor instemming van de rechthebbende of vervangende toestemming van de kantonrechter nodig is. Het oordeel van het hof dat met deze daad dit vermogen aan het met wettelijke waarborgen omklede stelsel van toezicht door de kantonrechter zou worden onttrokken, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet ontoereikend gemotiveerd. (meer…)

De lijst van lopende zaken vermeldt weer zes nieuwe zaken waarin prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zijn gesteld. De vragen zien op (1) de geldigheid van een beding dat verhaal van een bestuursrechtelijke boete mogelijk maakt, (2) de aansprakelijkheid voor dieren jegens medebezitters, (3) de proceskostenveroordeling na intrekking van een kort geding in een IE-kwestie, (4) de exhibitieplicht in IE-zaken en (5) de forfaitaire verhuiskostenvergoeding bij renovatie van huurwoningen. Verder (6) komt er een sequeel op de prejudiciële procedure over het telefoonabonnement met “gratis” toestel (vgl. CB 2014-133). (meer…)

HR 13 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3304 (AIB / Novisem)

(1) Gelet op de strekking van art. 6 Handhavingsrichtlijn is aan het vereiste van het bestaan van een rechtsbetrekking als bedoeld in art. 1019a Rv jo. art. 843a Rv niet reeds voldaan indien (dreigende) inbreuk op een recht van intellectuele eigendom is gesteld. Degene die exhibitie vordert dient zodanig feiten en omstandigheden te stellen én met reeds voorhanden bewijsmateriaal te onderbouwen, dat voldoende aannemelijk is dat een inbreuk is of dreigt te worden gemaakt.

(2) Van ’te koop aanbieden’ in de zin van art. 57 jo. art. 1, aanhef en onder g Zaaizaad- en plantgoedwet (ZPW) is ook sprake indien het aanbod plaatsvindt onder het voorbehoud dat levering, in verband met nog geldende kwekersrechten, nog niet mogelijk is. (meer…)

HR 6 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3237 (Brink / verweerder)

Met zijn oordeel dat eiseres tot cassatie reeds in de memorie van grieven de concrete uitgangspunten van haar verweer tegen de door verweerder gevorderde schade uiteen had moeten zetten, heeft het hof miskend dat verweerder eerst bij memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in het incidenteel beroep – bij wijziging van eis – betaling van een concreet schadebedrag heeft gevorderd. (meer…)

Cassatieblog.nl