Alle berichten van: Giel Wind


Hoge Raad 20 september 2024 ECLI:NL:HR:2024:1278
Hoge Raad 20 september 2024 ECLI:NL:HR:2024:1281

De klachtplicht (art. 6:89 BW) is ook van toepassing op arbeidsrechtelijke loonvorderingen. Dat laat onverlet dat de aard en inhoud van de rechtsverhouding en de prestatie wel van belang zijn bij de beoordeling of de schuldeiser aan zijn klachtplicht heeft voldaan. De klachtplicht vereist overigens een ‘gebrek’ in een prestatie en geldt niet wanneer überhaupt niet gepresteerd is. Of van dat laatste sprake is bij het niet volledig betalen van loon of een overwerkvergoeding hangt af van de omstandigheden van het geval. Giel Wind behandelt de klachtplicht aan de hand van twee recente arresten van de Hoge Raad.

 

HR 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1078

De inhoud en reikwijdte van een mediationclausule moet door uitleg daarvan worden vastgesteld (Haviltex). Een mediationclausule kán een verplichtend karakter hebben, het vrijwillige karakter van mediation staat daaraan niet in de weg. Een rechter (of arbiter) kan daartoe op verzoek de behandeling van een zaak aanhouden. Een mediationclausule mag echter niet worden toegepast als het recht van partijen op toegang tot de rechter onaanvaardbaar wordt aangetast.

(meer…)

HR 2 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:148

In het geval van kunstmatige bevruchting wordt met ‘een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad’ (art. 1:204 lid 4 BW) het hele traject van kunstmatige bevruchting bedoeld, en niet de enkele bevruchting van de eicellen en/of de terugplaatsing van het embryo. Dat betekent dat van ‘instemming als levensgezel’ (vereist voor vervangende toestemming bij erkenning) pas sprake is als de levensgezel en de moeder samen gekozen hebben voor het traject van kunstmatige bevruchting. (meer…)

HR 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1079

Een gecertificeerde instelling is in een zaak op de voet van art. 1:253n BW (beëindiging gezamenlijk gezag) die ziet op een onder toezicht gesteld kind, geen belanghebbende in de zin van art. 798 lid 1, eerste volzin, Rv. (meer…)

HR 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1074 (en HR 7 mei 2024, ECLI:NL:HR:2024:712)

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het HvJEU over of een offline streaming copy van een auteursrechtelijk beschermd werk moet worden aangemerkt als een ‘thuiskopie’ in de zin van de Auteursrechtrichtlijn. (meer…)

Cassatieblog.nl