Alle berichten van: Hidde Volberda


HR 23 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1943

Het besparen van materiaal is een technische functie zoals bedoeld in art. 8 lid 1 Gemeenschapsmodellenverordening. Dit is in lijn met de uitleg die het Hof van Justitie van de Europese Unie in het Doceram-arrest.  aan de Gemeenschapsmodellenverordening heeft gegeven. (meer…)

HR 20 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:65

Dit arrest betreft een geschil tussen Martin-air-vrachtvliegers en de KLM. Centrale vraag is of de senioriteitsrechten van deze vliegers rechten zijn die op basis van art. 7:663 BW mee overgaan naar de nieuwe werkgever (KLM) in het geval van overgang van onderneming. De Hoge Raad oordeelt dat de senioriteitsrechten van de vrachtvliegers, die niet mede-bepalend zijn voor een financieel recht, niet hoeven te worden gehandhaafd door KLM. In dit Cassatievlog bespreekt Hidde Volberda in drie minuten de uitspraak van de Hoge Raad.

Cassatievlog #045 is ook als podcast beschikbaar.

HR 4 november 2022, ECLI:NL:HR:2022:1579

In dit arrest gaat het om de principiële vraag of de Staat en de Ontvanger gerechtigd zijn om op grond van onrechtmatige daad bij wijze van schadevergoeding een derde aansprakelijk te stellen voor van een belastingplichtige niet geheven belasting, en betaling van die niet geheven belasting te vorderen ingeval op grond van de desbetreffende belastingwet, meer in het bijzonder wegens fiscaalrechtelijke verjaring, aan de belastingplichtige geen aanslag is, en ook niet meer kan worden, opgelegd. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag ontkennend. Op grond van artikel 104 Grondwet worden belastingen geheven uit kracht van een (publiekrechtelijke) wet. Bij gebrek aan een publiekrechtelijke  grondslag is privaatrechtelijk verhaal op derden, door wier onrechtmatig handelen belastinggelden zijn misgelopen, in een dergelijk geval in strijd met dit belastingrechtelijke legaliteitsbeginsel. (meer…)

Cassatieblog HR 18 november 2022, ECLI:NL:HR:2022:1697

In dit geschil tussen twee advocaten is de vraag aan de orde of een van de advocaten tijdens de zitting gedane uitlatingen over de andere advocaat moet rectificeren. De bevestigende beantwoording van die vraag door het hof kan volgens de Hoge Raad niet in stand blijven. Het gaat namelijk om uitlatingen in een reeks doorgestuurde berichten van een derde, waarvan de advocaat afstand heeft genomen. In het licht van die omstandigheden is onbegrijpelijk het oordeel van het hof  dat uit het samenstel van alle uitlatingen volgt dat de advocaat de advocaat wederpartij ergens van beschuldigt en dat de uitlatingen aan hem zijn toe te rekenen.  (meer…)

HR 14 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1447

(i) Het hof had de kosten van het deskundigenbericht niet op voet van art. 237 Rv volledig voor rekening van eiser mogen brengen zonder in te gaan op het gemotiveerde verweer dat deze kosten bovenmatig of onnodig waren.
(ii) De devolutieve werking van het hoger beroep brengt mee dat het hof in had moeten gaan op de stellingen van verweerder in eerste aanleg over een afwijkende ingangsdatum van de prijswijziging.  (meer…)

Cassatieblog.nl