Alle berichten van: Maarten Jansen


HR 28 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3463 (eiseressen / Delta Lloyd)

Een beroep op verjaring van een aan een pandrecht onderliggende vordering kan onder omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Het komt daarbij aan op een waardering van alle omstandigheden van het geval in het licht van de aard en de strekking van art. 3:323 BW. (meer…)

HR 10 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2929 (ING Bank N.V./Verweersters)

De beëindiging door de kredietverlener van een kredietovereenkomst op grond van een overeengekomen bevoegdheid tot beëindiging is niet rechtsgeldig als gebruikmaking van die bevoegdheid, gelet op de omstandigheden van het geval, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.  (meer…)

HR 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2816

(1) Het begrip ‘burgerlijke of handelszaken’ van art. 1 EEX-Vo omvat mede een civielrechtelijke veroordeling in een strafrechtelijk vonnis van een gerecht van een lidstaat. (2) De rechtsmiddelprocedure van art. 43 EEX-Vo kan door een enkelvoudige kamer van de rechtbank worden behandeld. (3) Op de rechtsmiddelprocedure zijn de algemene regels voor verzoekschriftprocedures van toepassing, voor zover uit de EEX-Vo of de wet niet anders voortvloeit. Daarom is procesvertegenwoordiging door een advocaat verplicht en kan een proceskostenveroordeling worden uitgesproken. (4) De in art. 281 Rv voorziene herstelmogelijkheid is van overeenkomstige toepassing op het verzuim dat het verweerschrift ten onrechte niet door een advocaat is ondertekend en ingediend. (meer…)

HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2627 (RCI Financial Services B.V./verweerder)

Voor bestuurdersaansprakelijkheid wegens het aangaan van een onbetaald gebleven en onverhaalbaar gebleken schuld namens de vennootschap, is vereist dat de bestuurder bij het aangaan van de verbintenis wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de schuldeiser als gevolg van het niet nakomen van de verplichting door de vennootschap schade zou lijden (HR 6 oktober 1989, NJ 1990, 286; Beklamel). De enkele omstandigheid dat de schuldeiser, anders dan was overeengekomen, geen eerste- maar een tweederangs pandrecht heeft verkregen, brengt nog niet mee dat hij dientengevolge schade lijdt. (meer…)

HR 11 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1682

Slechts onder bijzondere omstandigheden kan een uitzondering worden gemaakt op het uitgangspunt dat aan beroepstermijnen strikt de hand moet worden gehouden. Deze schuldsaneringszaak betrof een geval waarin (i) verzoeker in eerste aanleg niet werd bijgestaan door een advocaat en (ii) niet bleek dat hem de precieze dag van de uitspraak was medegedeeld, had het Hof behoren te onderzoeken of de uitspraak van de rechtbank als gevolg van een niet aan verzoeker toe te rekenen fout of verzuim pas na afloop van de termijn voor het instellen van hoger beroep aan hem is toegezonden of verstrekt. (meer…)

Cassatieblog.nl