Selecteer een pagina

Dossier: Goederenrecht


HR 9 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV8198

Dat een waterwoning geen zelfstandig drijfvermogen heeft en dat een bevestiging aan stabilisatiepalen moet voorkomen dat zij gaat kantelen, verhindert niet dat zij bestemd is om te drijven en in feite drijft, en dat zij daarmee een schip, en dus in beginsel een roerende zaak is. Bij de beantwoording van de vraag of de waterwoning op grond van artikel 3:4 BW als bestanddeel kan worden aangemerkt van het recreatiepark waarin zij is gelegen, dient niet het recreatiepark als mogelijke hoofdzaak in aanmerking te worden genomen, maar de grond onder en naast de waterwoning. Daarbij kan de verkeersopvatting alleen een rol spelen indien onzekerheid bestaat of de waterwoning kan worden beschouwd als duurzaam met de grond verenigd. (meer…)

HR 24 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV0472

Een in het kader van een reconstructie gemaakte administratieve vergissing van het Kadaster of de Reconstructiecommissie, waardoor erfdienstbaarheden zijn vervallen en waarbij geen rechten en belangen van derden in het geding zijn, moet worden hersteld, ondanks dat tegen het verval een met voldoende waarborgen omklede procedure heeft opengestaan die niet is benut. Dat vloeit hier volgens de Hoge Raad voort uit de redelijkheid en billijkheid, maar herstel kan ook worden toegewezen op grond van ongerechtvaardigde verrijking. (meer…)

HR 17 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU6552 (Rabobank/Kézér q.q.)

De verpanding van het creditsaldo van een rekening treft niet de nadien op die rekening ten gevolge van betalingen door derden gecrediteerde bedragen, aangezien die vorderingen niet rechtstreeks worden verkregen uit de rekening-courantverhouding tussen de bank en de pandgever. (meer…)

HR 10 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU8174 (X./De Woonplaats)

De huurder van een appartement is niet op grond van art. 5:120 lid 2 BW gebonden aan bepalingen uit het huishoudelijk reglement van de VvE. Het hof heeft ook niet vastgesteld dat het huishoudelijk reglement deel uitmaakt van het splitsingsreglement of enig modelreglement waarnaar in het splitsingsreglement wordt verwezen. De huurders in deze zaak zijn daarom niet gebonden aan de bepaling uit het huishoudelijk reglement waarin is neergelegd dat geen schotelantenne op of aan het gebouw mag worden bevestigd. (meer…)

HR 3 februari 2012, LJN ECLI:NL:HR:2012:BT6947 (Dix q.q./ING Bank)

Vorderingen kunnen rechtsgeldig worden verpand met een verzamelpandakte, waarbij de bank optreedt als gevolmachtigde van de – slechts generiek omschreven – pandgevers. Dat de namen van de pandgevers in de verzamelpandakte niet zijn vermeld, maakt de vorderingen niet onvoldoende bepaald in de zin van art. 3:84 lid 2 BW. Wel moet de datering van de stampandakte en het volmachtbeding vaststaan. (meer…)

HR 9 december 2011,ECLI:NL:HR:2011:BT2700

De in een winkel tentoongestelde showroommodellen kunnen niet worden aangemerkt als “zaken tot stoffering van een huis of landhoef” als bedoeld in art. 22 lid 3 Invorderingswet 1990, zodat de belastingdienst geen voorrang heeft boven een stille pandhouder bij het verhaal op de opbrengst van deze showroommodellen na een faillissement. (meer…)

Cassatieblog.nl