Dossier: Goederenrecht


HR 24 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV0472

Een in het kader van een reconstructie gemaakte administratieve vergissing van het Kadaster of de Reconstructiecommissie, waardoor erfdienstbaarheden zijn vervallen en waarbij geen rechten en belangen van derden in het geding zijn, moet worden hersteld, ondanks dat tegen het verval een met voldoende waarborgen omklede procedure heeft opengestaan die niet is benut. Dat vloeit hier volgens de Hoge Raad voort uit de redelijkheid en billijkheid, maar herstel kan ook worden toegewezen op grond van ongerechtvaardigde verrijking. (meer…)

HR 17 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU6552 (Rabobank/Kézér q.q.)

De verpanding van het creditsaldo van een rekening treft niet de nadien op die rekening ten gevolge van betalingen door derden gecrediteerde bedragen, aangezien die vorderingen niet rechtstreeks worden verkregen uit de rekening-courantverhouding tussen de bank en de pandgever. (meer…)

HR 10 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU8174 (X./De Woonplaats)

De huurder van een appartement is niet op grond van art. 5:120 lid 2 BW gebonden aan bepalingen uit het huishoudelijk reglement van de VvE. Het hof heeft ook niet vastgesteld dat het huishoudelijk reglement deel uitmaakt van het splitsingsreglement of enig modelreglement waarnaar in het splitsingsreglement wordt verwezen. De huurders in deze zaak zijn daarom niet gebonden aan de bepaling uit het huishoudelijk reglement waarin is neergelegd dat geen schotelantenne op of aan het gebouw mag worden bevestigd. (meer…)

HR 3 februari 2012, LJN ECLI:NL:HR:2012:BT6947 (Dix q.q./ING Bank)

Vorderingen kunnen rechtsgeldig worden verpand met een verzamelpandakte, waarbij de bank optreedt als gevolmachtigde van de – slechts generiek omschreven – pandgevers. Dat de namen van de pandgevers in de verzamelpandakte niet zijn vermeld, maakt de vorderingen niet onvoldoende bepaald in de zin van art. 3:84 lid 2 BW. Wel moet de datering van de stampandakte en het volmachtbeding vaststaan. (meer…)

HR 9 december 2011,ECLI:NL:HR:2011:BT2700

De in een winkel tentoongestelde showroommodellen kunnen niet worden aangemerkt als “zaken tot stoffering van een huis of landhoef” als bedoeld in art. 22 lid 3 Invorderingswet 1990, zodat de belastingdienst geen voorrang heeft boven een stille pandhouder bij het verhaal op de opbrengst van deze showroommodellen na een faillissement. (meer…)

HR 21 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR3057 (DFM/Mobiel Lease)

Ook wanneer een nagenoeg nieuwe auto wordt verkregen van een merkdealer, wordt de koper slechts beschermd tegen beschikkingsonbevoegdheid van de verkoper op grond van artikel 3:86 lid 1 en 2 BW, indien deze de autopapieren, waaronder kentekenbewijs deel II, heeft onderzocht. Daaraan doet niet af dat kentekenbewijs deel IB op naam stond van verkoper en dat de RDW, op verzoek van koper, heeft bevestigd dat verkoper eigenaar is van de auto. (meer…)

Cassatieblog.nl