Dossier: Goederenrecht


HR 9 december 2011,ECLI:NL:HR:2011:BT2700

De in een winkel tentoongestelde showroommodellen kunnen niet worden aangemerkt als “zaken tot stoffering van een huis of landhoef” als bedoeld in art. 22 lid 3 Invorderingswet 1990, zodat de belastingdienst geen voorrang heeft boven een stille pandhouder bij het verhaal op de opbrengst van deze showroommodellen na een faillissement. (meer…)

HR 21 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR3057 (DFM/Mobiel Lease)

Ook wanneer een nagenoeg nieuwe auto wordt verkregen van een merkdealer, wordt de koper slechts beschermd tegen beschikkingsonbevoegdheid van de verkoper op grond van artikel 3:86 lid 1 en 2 BW, indien deze de autopapieren, waaronder kentekenbewijs deel II, heeft onderzocht. Daaraan doet niet af dat kentekenbewijs deel IB op naam stond van verkoper en dat de RDW, op verzoek van koper, heeft bevestigd dat verkoper eigenaar is van de auto. (meer…)

HR 30 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8086 en HR 30 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8778

Op 30 september 2011 deed de Civiele Kamer van de Hoge Raad elf uitspraken. Slechts één van deze uitspraken werd gemotiveerd (LJN ECLI:NL:HR:2011:BQ8134, hier besproken op Cassatieblog.nl), de overige tien uitspraken werden verworpen met toepassing van art. 81 RO, dus met verkorte motivering. Op twee daarvan vestig ik hier de aandacht. De hamvraag in beide zaken is: is sprake van ondubbelzinnig bezit dat – vanwege het jarenlang voortduren ervan  – door verkrijgende verjaring tot eigendom heeft geleid? (meer…)

HR 9 september 2011, LJN ECLI:NL:HR:2011:BQ5989 (Muller q.q./Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard)

Onder omstandigheden kan een koper, vooruitlopend op de levering, het verkochte feitelijk in bezit nemen. Degene die op deze wijze bezit heeft verkregen kan na meer dan twintig jaar onafgebroken bezit door bevrijdende verjaring eigenaar worden. (meer…)

HR 10 juni 2011, LJN ECLI:NL:HR:2011:BP6163

Wanneer de vervulling van een ontbindende voorwaarde is teweeg gebracht door een partij die daarbij belang heeft, kunnen de redelijkheid en billijkheid meebrengen dat de voorwaarde moet worden beschouwd niet vervuld te zijn. De beoordeling geschiedt aan de hand van alle relevante omstandigheden van het geval. In het onderhavige geval (een overeenkomst in het kader van een onderhandse executie) zijn ook andere belangen dan die van de contractspartijen van belang. (meer…)

HR 20 mei 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP9997

Bomen die op de grens staan van twee erven, behoren – door verticale natrekking – in gemeenschappelijke eigendom toe aan de eigenaren van beide percelen. Dat geldt ook wanneer de stam van een boom veel meer op het ene erf staat dan op het andere, en ook als de boom aanvankelijk geheel slechts op een van beide erven stond, maar in de loop der tijd over de erfgrens heen is gegroeid. (meer…)

Cassatieblog.nl