Selecteer een pagina

Dossier: Insolventierecht


Cassatieblog HR 3 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:823 (UWV / curator)

Wanneer een werknemer na faillietverklaring van zijn werkgever bij een (gedeeltelijke) doorstart van de onderneming tegen gelijke arbeidsvoorwaarden in dienst treedt bij de doorstarter, mag de curator daaruit afleiden dat de werknemer niet langer bereid is arbeid te verrichten bij de gefailleerde werkgever. De werknemer heeft vanaf het moment van indiensttreding bij de doorstarter geen recht op loon van de gefailleerde. (meer…)

HR 13 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:691

Art. 2:248 lid 4, eerste volzin, BW, bevat een limitatieve opsomming van gronden voor vermindering van het bedrag waarvoor bestuurders aansprakelijk zijn. (meer…)

Hoge Raad 3 juni 2022 (het UWV / de curator), ECLI:NL:HR:2022:823

Per 1 januari 2020 zijn de wettelijke bepalingen gewijzigd die regelen of een werknemer recht heeft op loon wanneer hij zijn werk niet heeft verricht. Met deze wijziging heeft de wetgever geen inhoudelijke verandering van de risicoverdeling tussen werkgever en werknemer beoogd. Ook niet van de rechtspraak van de Hoge Raad daarover – de ‘oude’ cassatierechtspraak blijft dus gelden. Een en ander heeft de Hoge Raad beslist in zijn uitspraak van 3 juni 2022. Berend-Bram bespreekt deze uitspraak in 3 minuten.

Cassatievlog #021 is ook als podcast beschikbaar.

Hoge Raad 25 februari 2022  ECLI:NL:HR:2022:328 (X / STICHTING PENSIOENFONDS HORECA & CATERING),

Gijsbrecht Nieuwland bespreekt de eerste uitspraak van de Hoge Raad over de Wet Homologatie Onderhands Akkoord. In deze prejudiciële beslissing oordeelt de Hoge Raad dat een WHOA-akkoord zich niet kan uitstrekken over achterstallige pensioenpremies die verschuldigd zijn aan een pensioenfonds. Dergelijke vorderingen vallen onder de werknemersuitzondering van art. 369 lid 4 Faillissementswet.

Cassatievlog #010 is ook als podcast beschikbaar.

HR 25 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:328

De vordering van het bedrijfstakpensioenfonds bestaande uit achterstallige pensioenpremies kwalificeert als een recht van een werknemer in de zin van art. 369 lid 4 Fw. De vordering van het bedrijfstakpensioenfonds kan dus niet worden geherstructureerd met een WHOA-akkoord. (meer…)

 HR 28 januari 2022, ECLI:NL:HR:2022:80

 De curator kan hetgeen na het intreden van het faillissement aan een schuldeiser is betaald op de voet van art. 23 Fw slechts terugvorderen voor zover die betaling resulteert in een vermindering van het actief van de boedel, dan wel in een vermeerdering van het passief van de boedel. Daarvan is in dit geval geen sprake. (meer…)

Cassatieblog.nl