Selecteer een pagina

Dossier: Insolventierecht


HR 4 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1954

Art. 6:88 lid 1, aanhef en onder a, BW bepaalt dat de tekortschietende schuldenaar aan de schuldeiser een redelijke termijn kan stellen om te laten weten welke van de hem ten dienste staande middelen hij wenst uit te oefenen. Maakt de schuldeiser geen keus, dan kan hij slechts aanspraak maken op de schadevergoeding waarop de tekortkoming recht geeft. Als de oorspronkelijke verbintenis van de schuldenaar aldus wordt omgezet in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding gaat die oorspronkelijke verbintenis teniet (art. 6:87 lid 1 BW). Als die verbintenis uit een wederkerige overeenkomst voortvloeit, blijft de schuldeiser gehouden zijn eigen prestatie te verrichten. Deze verbintenis ondergaat geen verandering. (meer…)

HR 5 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:351

Een faillissement kan alleen maar door de rechter worden uitgesproken. Een faillissement kan niet van rechtswege op grond van art. 350 lid 5 Fw intreden. Wijziging van een rechterlijke uitspraak buiten art. 31-32 Rv zou in strijd komen met het gesloten stelsel van rechtsmiddelen.  (meer…)

HR 22 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:102

In deze beschikking op een vordering tot cassatie in het belang der wet aanvaardt de Hoge Raad de mogelijkheid van schorsing van een faillissementsgijzeling, voorziet hij in enkele processuele waarborgen en reikt hij de rechter het relevante toetsingskader aan. (meer…)

HR 8 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:36

(i) Er is geen grond om op de bevoegdheid tot overdracht door de curator van een levensverzekering, naast de wettelijke beperking van toestemming van de (gefailleerde) verzekeringnemer, de niet in de wet opgenomen beperking aan te brengen dat de verzekeringnemer door die overdracht niet onredelijk benadeeld wordt.
(ii) Onder omstandigheden kan van de curator worden verlangd dat hij, wanneer hij op de voet van art. 22a lid 2, tweede volzin, Fw de toestemming van de schuldenaar verkrijgt om tot overdracht van een levensverzekering over te gaan, zich ervan vergewist of de schuldenaar die toestemming onder een juiste voorstelling van zaken geeft en dat hij de schuldenaar op zijn rechten ten aanzien van die verzekering wijst. (meer…)

HR 18 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2100

Ook in het geval van een faillietverklaring van een procespartij tussen de uitspraak en het aanhangig worden van een daartegen ingesteld rechtsmiddel wordt het geding op de voet van art. 29 Fw van rechtswege geschorst. (meer…)

Cassatieblog.nl