Dossier: Insolventierecht


HR 14 december 2012, LJN BY0966

De toewijsbaarheid van een (primair) verzoek op de voet van art. 287a lid 1 Fw om een bevel tot instemming met een schuldregeling (dwangakkoord), is niet afhankelijk van de toewijsbaarheid van een (subsidiair) verzoek op de voet van art. 284 lid 1 Fw tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. (meer…)

HR 16 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BY3291 en ECLI:NL:HR:2012:BY3284

De in art. 65 Fw neergelegde verplichting de rechter-commissaris te horen geldt slechts bij de behandeling van rechtstreeks tot de rechtbank gerichte verzoeken en niet bij verzoeken houdende hoger beroep van beschikkingen van de rechter-commissaris op de voet van art. 67 lid 1 Fw (art. 81 RO). (meer…)

HR 12 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5884

Als een alimentatieplichtige failliet is verklaard en op die grond verzoekt het bedrag van de alimentatieplicht op nihil vast te stellen dient de rechter, behoudens bijzondere omstandigheden, ervan uit te gaan dat de alimentatieplichtige niet over de draagkracht beschikt om enige onderhoudsbijdrage te betalen en dus het verzoek toe te wijzen. De alimentatierechter heeft niet de vrijheid om vooruit te lopen op de aan de rechter-commissaris voorbehouden afweging of, en zo ja in welke mate, het passend is om gebruik te maken van diens in art. 21, aanhef en onder 2, Fw bedoelde discretionaire bevoegdheid. (meer…)

HR 13 juli 2012, LJN BW7009 (X/Mr. Omta q.q.)

Een arbeidsovereenkomst in de zin van art. 40 F kan niet reeds eindigen op grond van de omstandigheid dat het gaat om een directeur van een vennootschap die alle zeggenschap in handen heeft en zelf het faillissement heeft aangevraagd. (meer…)

HR 29 juni 2012 ECLI:NL:HR:2012:BU5630

In deze zaak heeft de faillissementscurator van Yukos Oil na het instellen van hoger beroep de hoedanigheid van curator verloren doordat het faillissement is geëindigd. Daarmee had de curator belang verloren bij voortzetting van de appelprocedure, nu na het verlies van deze hoedanigheid geen enkele veroordeling uit deze procedure tegen de (voormalig) curator ten uitvoer kan worden gelegd. Het hof had daarom de curator in hoger beroep niet-ontvankelijk moeten verklaren. Ook in zijn cassatieberoep is de curator niet-ontvankelijk. (meer…)

HR 25 mei 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV4010 en ECLI:NL:HR:2012:BV4021 (Cassatie in het belang der wet)

Het indienen van een schuldsaneringsverzoek behoort niet tot de in art. 1:441 lid 1 BW bedoelde taak van de beschermingsbewindvoerder, zodat die de schuldenaar niet in rechte vertegenwoordigt bij de indiening van dat verzoek. De schuldenaar over wiens goederen bewind is ingesteld is (dus) zelfstandig bevoegd om een schuldsaneringsverzoek in te dienen.  Wel vormen het bewind en de houding van de beschermingsbewindvoerder met betrekking tot het verzoek relevante omstandigheden die de rechter bij zijn beslissing op het verzoek in aanmerking dient te nemen, zodat eventueel oproeping van de bewindvoerder moet plaatsvinden. Hetzelfde geldt bij de behandeling van een rechtsmiddel tegen een beslissing tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling op de voet van art. 350 Fw(meer…)

Cassatieblog.nl