Dossier: Intellectuele-eigendomsrecht


HR 11 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:164

Bij een conservatoir leveringsbeslag op een merkrecht is art. 453a Rv van toepassing. Een vervreemding die tot stand is gekomen nadat het beslag is gelegd, kan de beslaglegger dan ook niet worden tegengeworpen. Daarvoor is wel vereist dat de beslaglegger het beslag vervolgt. Dat kan de beslaglegger doen door een eis in de hoofdzaak in te stellen. Die eis in de hoofdzaak moet worden ingesteld tegen de schuldenaar van de beslaglegger. Daarnaast kan ook de derde-verkrijger  bij de hoofdzaak worden betrokken, maar dat hoeft niet.  (meer…)

HR 17 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1923

Sikke Kingma vertelt over het eerste arrest van de Hoge Raad over de manier van toetsing van onredelijk bezwarende bedingen in het auteurscontractenrecht (artikel 25f Auteurswet). Mag je bij die toetsing ook kijken hoe het beding in de praktijk is uitgevoerd, of moet je je beperken tot de inhoud van het beding, op het moment van contractsluiting?

 

Cassatievlog #002 is ook als podcast beschikbaar.

HR 23 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:641

(i) De rechter heeft op grond van art. 22a lid 3 Rv de bevoegdheid om toegang tot gegevens, waarvan kennisneming de bescherming van een bedrijfsgeheim onevenredig zou schaden, te beperken. Die bevoegdheid kan de rechter ook ambtshalve toepassen als een partij zich erop beroept dat bepaalde gegevens het karakter van een bedrijfsgeheim hebben.
(ii) Voor de vraag of sprake is van uitputting is niet relevant of de merkhouder het oogmerk had om de producten buiten de EER op de markt te brengen en ook niet of partijen bepaalde afspraken hebben gemaakt ten aanzien van de bestemming van de producten. Evenmin is relevant dat de koper niet in de EER is gevestigd. (meer…)

HR 19 maart 2021 ECLI:NL:HR:2021:417

De partij die (alleen) in eerste aanleg een bewijsaanbod doet, moet, als zij de stellingen van de wederpartij voldoende heeft betwist, gelet op de devolutieve werking in hoger beroep worden toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. De merkenrechtelijke component van deze zaak ziet (onder andere) op de uitputting van een Uniemerk, specifiek in het kader van gesloten licentieovereenkomsten. (meer…)

19 Februari 2021 ECLI:NL:HR:2021:271

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie over de vraag wanneer sprake is van een ouder recht van slechts plaatselijke betekenis, waardoor de merkhouder zijn merkrecht niet kan inroepen tegen de derde die gebruik maakt van dat recht.  (meer…)

Cassatieblog.nl