Cassatievlog #012 | Avondklok had toereikende wettelijke basis

Cassatievlog #012 | Avondklok had toereikende wettelijke basis

Hoge Raad 18 maart 2022 (Stichting Viruswaarheid.nl / de Staat der Nederlanden), ECLI:NL:HR:2022:380

In deze zaak heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de rechtmatigheid van de avondklok. Volgens de Hoge Raad bood de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijke gezag een toereikende basis voor de invoering daarvan. De bevoegdheden uit die wet konden in dit geval worden ingezet voor de bestrijding van het coronavirus.

 

Cassatievlog #012 is ook als podcast beschikbaar.

Prejudiciële vragen: Algemene Verordening Gegevensbescherming en grondslag voor verwerking persoonsgegevens BKR

Prejudiciële vragen: Algemene Verordening Gegevensbescherming en grondslag voor verwerking persoonsgegevens BKR

HR 3 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1814

De Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen over de Algemene Verordering Gegevensbescherming (AVG).De grondslag voor verwerking persoonsgegevens in het kredietregistratiestelsel van het BKR ligt in art. 6, eerste lid, onderdeel f, AVG (ter behartiging van gerechtvaardigde belangen van de verwerker) en niet in art. 6, eerste lid, onderdeel e, AVG (voldoen aan wettelijke plicht). Lees meer…

Voorlopig getuigenverhoor in collectieve acties: enkel wanneer voldoende aannemelijk is dat is voldaan aan art. 3:305a BW

Voorlopig getuigenverhoor in collectieve acties: enkel wanneer voldoende aannemelijk is dat is voldaan aan art. 3:305a BW

HR 11 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:347 (Stichting Music#MeToo / Warner Music Benelux B.V.)

Wanneer de voorgenomen vordering een collectieve actie is als bedoeld in art. 3:305a BW, kan het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor worden afgewezen wegens onvoldoende belang als onvoldoende aannemelijk is dat de verzoeker voldoet aan de vereisten van art. 3:305a BW. Lees meer…

Cassatievlog #011 | Bevoegdheid Nederlandse rechter bij ontbinding arbeidscontract

Cassatievlog #011 | Bevoegdheid Nederlandse rechter bij ontbinding arbeidscontract

HR 11 maart 2022 ECLI:NL:HR:2022:345  

Berend-Bram Heinen licht in 3 minuten een arrest van de Hoge Raad toe. In deze zaak wilde een Nederlandse werkgever een werknemer die in het buitenland woont ontslaan. Is de Nederlandse rechter bevoegd om over het ontbindingsverzoek te oordelen? De Hoge Raad heeft op 11 maart 2022 een uitspraak gewezen over deze kwestie.

Cassatievlog #012 is ook als podcast beschikbaar.

Genderneutrale registratie in een geboorteakte: is de rechter of de wetgever aan zet?

Genderneutrale registratie in een geboorteakte: is de rechter of de wetgever aan zet?

HR 4 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:336

Wetgeving over de mogelijkheid van genderneutrale registratie in een geboorteakte valt in de nabije toekomst te verwachten. Dat betekent dat het op dit moment de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten gaat om een beslissing te nemen over de mogelijkheid van genderneutrale registratie in een geboorteakte. De Hoge Raad ziet dan ook af van beantwoording van de hierop gerichte prejudiciële vragen.

Lees meer…

Verschillende rechtsverhoudingen bij werknemerspensioenen

Verschillende rechtsverhoudingen bij werknemerspensioenen

HR 11 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:162

Bij werknemerspensioenen moeten worden onderscheiden de rechtsverhoudingen tussen (i) werkgever en werknemer (de pensioentoezegging), (ii) werkgever en pensioenverzekeraar of -fonds (ter uitvoering van de pensioentoezegging) en (iii) werknemer en pensioenverzekeraar of -fonds (om de aanspraak van de werknemer te bepalen). Lees meer…

Cassatievlog #010 | WHOA niet van toepassing op achterstallige pensioenpremies

Cassatievlog #010 | WHOA niet van toepassing op achterstallige pensioenpremies

Hoge Raad 25 februari 2022  ECLI:NL:HR:2022:328 (X / STICHTING PENSIOENFONDS HORECA & CATERING),

Gijsbrecht Nieuwland bespreekt de eerste uitspraak van de Hoge Raad over de Wet Homologatie Onderhands Akkoord. In deze prejudiciële beslissing oordeelt de Hoge Raad dat een WHOA-akkoord zich niet kan uitstrekken over achterstallige pensioenpremies die verschuldigd zijn aan een pensioenfonds. Dergelijke vorderingen vallen onder de werknemersuitzondering van art. 369 lid 4 Faillissementswet.

Cassatievlog #010 is ook als podcast beschikbaar.

Geldt het opzegverbod tijdens ziekte als de werknemer ziek wordt nadat de ‘UWV-aanvraag’ is gedaan?

Geldt het opzegverbod tijdens ziekte als de werknemer ziek wordt nadat de ‘UWV-aanvraag’ is gedaan?

HR 18 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:276

Het opzegverbod tijdens ziekte staat er niet aan in de weg dat de kantonrechter een verzoek van de werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen inwilligt, indien de werknemer ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, en deze arbeidsongeschiktheid een aanvang heeft genomen nadat het UWV om toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst is verzocht maar voordat het verzoek om ontbinding door de kantonrechter is ontvangen. Lees meer…

Prejudiciële vraag: vordering bedrijfstakpensioenfonds valt buiten reikwijdte WHOA-akkoord

Prejudiciële vraag: vordering bedrijfstakpensioenfonds valt buiten reikwijdte WHOA-akkoord

HR 25 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:328

De vordering van het bedrijfstakpensioenfonds bestaande uit achterstallige pensioenpremies kwalificeert als een recht van een werknemer in de zin van art. 369 lid 4 Fw. De vordering van het bedrijfstakpensioenfonds kan dus niet worden geherstructureerd met een WHOA-akkoord. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl