

Schadeloosstelling voor onteigening: waardebepaling naar peildatum
HR 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1173 (X / Provincie Limburg)
(i) De schadeloosstelling voor onteigening wordt naar peildatum begroot. De rechtbank gebruikte bij de schadeloosstelling een brief van ná de peildatum waaruit blijkt dat (door de onteigening) een waardevermeerderende omstandigheid is ontstaan. De rechtbank had daarvoor echter moeten motiveren dat ook al op de peildatum met die omstandigheid rekening moet worden gehouden.
(ii) Wanneer in de werkelijke waarde van het onteigende al rekening is gehouden met een meerwaarde vanwege de aanwezige bomen, hoeft niet nog apart een vergoeding te worden toegekend wegens ‘vrijkomend hout’ bij het kappen van deze bomen. Lees meer…

De herkansingsfunctie van het hoger beroep verhindert niet dat ook het hof gevolgen verbindt aan een schending van art. 21 Rv in eerste aanleg
HR 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1144
Ook in hoger beroep moet beoordeeld worden welke gevolgtrekking geraden is in het licht van de aard en ernst van een schending van de waarheids- en volledigheidsplicht van art. 21 Rv in eerste aanleg en de overige omstandigheden van het geval. Het hof kon, evenals de rechtbank, ontzegging van de vorderingen op haar plaats te achten. Lees meer…

Wanneer is een uit verschillende onderdelen door de chirurg samengestelde heupprothese in het verkeer gebracht?
HR 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1172
Een dergelijke heupprothese is geen product dat door de producent van de onderdelen in het verkeer is gebracht. Voor elk onderdeel geldt een afzonderlijke vervaltermijn, die aanvangt daags nadat het onderdeel in het verkeer is gebracht. Lees meer…

Milieuschulden zijn boedelschulden
HR 4 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:833
Schulden die voortvloeien uit bestuursrechtelijke lasten die aan de curator zijn opgelegd wegens de niet-naleving van milieuwetgeving, zijn volgens de Hoge Raad boedelschulden. De overheid heeft voor deze kosten dus een gunstige verhaalspositie. Lees meer…

De eis van ondergeschiktheid in het licht van art. 10 Insolventievordering
HR 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1164
Binnen het Unierecht is voor het bestaan van een ondergeschiktheidsband kenmerkend het feit dat een werknemer onder het gezag staat van een andere persoon, die niet alleen bepaalt (i) welke prestaties van hem worden verwacht, maar ook (ii) op welke wijze hij die moet verrichten en (iii) wiens instructies en interne voorschriften hij moet naleven. Voor de vraag of sprake is van een ondergeschiktheidsband tussen een werknemer en een vennootschap, is echter niet zonder meer van belang dat die vennootschap sterk verweven is met de rechtspersoon bij wie de werknemer in dienst is. Lees meer…

Wanneer mag worden vertrouwd op een valse verklaring?
HR 28 mei 2021, ECLI:NL:HR:2021:783
Uitgangspunt is dat degene voor wie iets valselijk is verklaard zich tegen de geadresseerde erop kan beroepen dat de verklaring niet van hem afkomstig is. Onder omstandigheden kan het gerechtvaardigd vertrouwen van de geadresseerde echter geheel of ten dele worden toegerekend aan degene voor wie valselijk is verklaard. Lees meer…

Prejudiciële vragen: wanneer zijn administratiekosten voor een nieuwe huurder een niet redelijk voordeel (art. 7:264 lid 1)?
HR 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1157
De Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen over de uitleg van het begrip ‘niet redelijk voordeel’ in art. 7:264 lid 1 BW. Lees meer…

Zorgverzekeraar hoeft niet alle doseringen van dezelfde werkzame stof te vergoeden
HR 9 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1111
Het is een zorgverzekeraar toegestaan om, in het geval de minister verschillende doseringen van dezelfde werkzame stof als verzekerde geneesmiddelen heeft aangewezen, slechts één of enkele van die doseringen te vergoeden (als preferent aan te wijzen). Indien de arts om medische redenen een ander geneesmiddel, sterkte of dosering voorschrijft, moet de apotheker dat verstrekken en moet de zorgverzekeraar dat vergoeden. Lees meer…

Over vernietiging van een arbitraal vonnis met meerdere zelfstandig dragende gronden
HR 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1171
Een arbitraal vonnis dat op meerdere zelfstandig dragende gronden berust, kan alleen worden vernietigd als met succes vernietigingsgronden zijn gericht tegen al die gronden. Lees meer…

Inschrijving van een uithuisgeplaatste minderjarige op onderwijsinstelling door een GI
HR 25 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:1003
Een gecertificeerde instelling kan aan de algemene aanwijzingsbevoegdheid van art. 1:263 BW niet de bevoegdheid ontlenen de ouder op te dragen de inschrijving van de minderjarige bij een bepaalde onderwijsinstelling te ondertekenen. Zij is evenmin bevoegd de kinderrechter op de voet van art. 1:262b BW om vervangende toestemming voor die inschrijving te verzoeken. Voor de inschrijving van een uithuisgeplaatste minderjarige op een onderwijsinstelling moet de gecertificeerde instelling gebruikmaken van de wettelijke regeling van art. 1:265e BW. Lees meer…