Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: loondoorbetaling


HR 17 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:723

Een zieke werknemer mag zijn op art. 7:660a BW berustende re-integratieverplichtingen opschorten als de werkgever het gedurende de ziekte verschuldigde loon niet betaalt of heeft betaald. Deze verplichtingen staan tegenover elkaar in de zin van art. 6:262 lid 1 BW en tussen de loonvordering van de werknemer en zijn verbintenis tot nakoming van re-integratieverplichtingen bestaat voldoende samenhang om de opschorting te rechtvaardigen in de zin van art. 6:52 lid 1 BW.  (meer…)

Het overzicht van lopende prejudiciële vraagprocedures vermeldt weer een aantal nieuwe civiele zaken waarin op grond van art. 392 Rv prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zijn gesteld. De vragen zien op (1) arbeidsongeschiktheidsverzekering en polisvoorwaarden, (2) uitleg art. 6:265 lid 1 BW bij huur en verhuur van sociale woonruimte, (3) loonbetaling vanaf datum ontslag, (4) vonnis mee-gewezen door rechter die ten tijde van de uitspraak inmiddels raadsheer in hof was, (5) de procesrechtelijke positie van de moeder bij beëindiging van gezag van de vader. (meer…)

HR 6 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1341 (Eiser/CSU Personeel B.V.)

Prejudiciële vraag over de uitleg van art. 7:629 lid 3 onder c BW. Onder “de tijd, gedurende welke” een arbeidsongeschikte werknemer passende arbeid niet heeft verricht moet worden verstaan: de gehele periode waarin de werknemer weigert passende arbeid te verrichten. Indien de werknemer ten onrechte weigert passende arbeid te verrichten komt derhalve zijn loonaanspraak geheel te vervallen, ook over het deel van de werktijd waarvoor de werknemer arbeidsongeschikt is. (meer…)

HR 20 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:2128 (Eiser/Connexion)

De in art. 7:629a lid 1 BW neergelegde verplichting om bij de loonvordering een verklaring van een UWV-deskundige te voegen beoogt de rechtspositie van de werknemer te versterken en een efficiënte geschilbeslechting te bevorderen. Bij het aanvragen van een deskundigenoordeel behoeft de werknemer zich niet te laten leiden door de vraag of de werkgever daaraan (bijvoorbeeld met het oog op het re-integratieproces) behoefte heeft. (meer…)

HR 30 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8134

Wanneer een werknemer als gevolg van re-integratie andere (passende) werkzaamheden is gaan verrichten, zonder dat de passende arbeid de bedongen arbeid is geworden, en hij na afloop van de periode van 104 weken opnieuw door ziekte uitvalt, is de werkgever niet gehouden om opnieuw gedurende 104 weken loon door te betalen. Ook art. 6:248 lid 1 BW brengt dat niet mee.

(meer…)

Cassatieblog.nl