Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: onteigening


Cassatieblog HR 16 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1874 (Onteigening Hedwigepolder)

i) De bijzondere aard en achtergrond van de onteigening van de Hedwigepolder rechtvaardigen niet dat wordt afgeweken van de uitgangspunten die aan het stelsel van schadeloosstelling van de Onteigeningswet ten grondslag liggen.
ii) Het voordeel dat de onteigende geniet in de vorm van rente over de vergoeding van onwinbare bodembestanddelen geldt als een inkomensvoordeel dat mag worden verrekend met de inkomensschade die de onteigende lijdt.
iii) Als het onteigende (gedeeltelijk) kwalificeert als duurzame belegging, mag (voor dat deel) uitsluitend toepassing te worden gegeven aan de regels van wederbelegging. Schadebegroting op basis van reconstructie is dan (voor dat deel van het onteigende) niet aan de orde. (meer…)

Cassatieblog HR 1 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:981 (Kennemerland Beheer B.V. / Gemeente Haarlemmermeer)

(i) De aard van de onteigeningsprocedure verzet zich niet tegen een vordering op basis van art. 843a Rv. Er bestaat daarnaast geen plicht voor de onteigenaar om in alle onteigeningszaken het gehele Kroondossier te overleggen.

(ii) Bij een beroep op zelfrealisatie dient de rechtbank de noodzaak tot onteigening marginaal te toetsen. De Hoge Raad houdt vast aan zijn eerder gegeven uitgangspunten  (meer…)

HR 2 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1543 en ECLI:NL:HR:2020:1542

Wanneer in een onteigeningszaak sprake is van winbare bodembestanddelen, geldt niet als uitgangspunt dat de vergoeding daarvoor moet worden gesteld op de helft van het voordeel dat de onteigenaar door de aanwezigheid daarvan heeft. Dat uitgangspunt geldt alleen voor (juridisch) onwinbare bodembestanddelen. Of een aparte vergoeding voor winbare bodembestanddelen wordt begroot, hangt af van de waarderingsmethode. De verdeling tussen onteigende en onteigenaar van die eventuele aparte vergoeding hangt af van de omstandigheden van het geval. Overigens kan de rechtbank met inachtneming van de juiste maatstaf wel degelijk komen tot een verdeling bij helfte van het voordeel voor de onteigenaar. (meer…)

HR 19 juli 2019 ECLI:NL:HR:2019:1246

De Hoge Raad besliste op 23 november 2018 (ECLI:NL:HR:2018:2161) dat in onteigeningszaken het oproepingsbericht binnen de cassatietermijn moet worden bezorgd of betekend. Dat was in deze zaak niet gebeurd. Dat in dit geval verweerders wel binnen de cassatietermijn van het instellen van cassatieberoep op de hoogte zijn gesteld (zonder dat de procesinleiding of het oproepingsbericht werd meegestuurd), maakt dat niet anders. De gemeente is niet-ontvankelijk. Ten overvloede wijst de Hoge Raad de suggestie van de hand om terug te komen van zijn definitie van een ‘overheidswerk’. Dit houdt in dat wanneer niet de onteigenende overheid het werk waarvoor wordt onteigend realiseert, maar dat een private marktpartij is, de voordelen door dat werk alleen worden geëlimineerd (als bedoeld in art. 40c Ow) als het werk tot stand wordt gebracht voor rekening en risico van een rechtspersoon als bedoeld in art. 2:1 lid 1 en 2 BW. (meer…)

Cassatieblog.nl