Wvggz; wilsbekwaam verzet – en de familie dan?

HR 27 oktober 2023 ECLI:NL:HR:2023:1482

Vermelding, op grond van dossier, in de medische verklaring dat de familie door de situatie overbelast raakt en verklaring van de ter zitting aanwezige psychiater dat een oom en tante “het niet volhouden” is onvoldoende motivering voor de aanwezigheid van een aanzienlijk risico voor een ander op ernstige psychische schade die in de weg zou kunnen staan aan de honorering van wilsbekwaam verzet.

Rechtbank

De rechtbank had een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden. Zij had vastgesteld dat het gedrag dat uit de psychische stoornis voortvloeit leidt tot het bestaan van of het aanzienlijke risico op ernstig nadeel, gelegen in ernstige psychische schade, met name voor de familie van betrokkene.

In de medische verklaring was het gedrag van betrokkene omschreven en opgemerkt dat de familie door de situatie overbelast raakt. In het Zorgplan was onder meer vermeld dat de moeder en de tante bij wie betrokkene afwisselend woonde het “niet meer trekken”, Ter zitting waren betrokkene en haar advocaat niet akkoord gegaan met de aanwezigheid van de moeder en de tante van betrokkene. De behandelend psychiater had ter zitting verklaard dat betrokkene op dat moment bij een oom en tante woonde, en dat die oom en tante het niet meer volhielden. De rechtbank overwoog hierover dat zij geen aanleiding had aan deze verklaring van de psychiater te twijfelen, en dat het de eigen keuze van betrokkene was geweest dat de rechtbank de moeder en de tante niet had kunnen spreken.

Waar Advocaat-Generaal Lückers dit nog een feitelijke en, in het licht van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren was gekomen, niet onbegrijpelijke beoordeling had gevonden, blijft de beschikking van de rechtbank bij de Hoge Raad niet in stand.

Hoge Raad

De Hoge Raad wijst er op dat bij de afgifte van een zorgmachtiging art. 2:1 lid 6 Wvggz in acht genomen moet worden. Deze bepaling houdt in dat de wensen en voorkeuren van de betrokkene ten aanzien van de verplichte zorg worden gehonoreerd, tenzij (a) de betrokkene niet tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake in staat is, of (b) acuut levensgevaar voor de betrokkene dreigt dan wel er een aanzienlijk risico voor een ander is op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang, of om ernstig in zijn ontwikkeling te worden geschaad, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.

De Hoge Raad wijst er verder op dat in de wetsgeschiedenis van de Wvggz niet is toegelicht wat is te verstaan onder (een aanzienlijk risico op) ernstige psychische schade voor een ander. Het belang dat de wetgever hecht aan honorering van wilsbekwaam verzet van de betrokkene vergt volgens de Hoge Raad dat de vaststelling dat een aanzienlijk risico voor een ander op ernstige psychische schade bestaat deugdelijk wordt gemotiveerd, ten einde te voorkomen dat zonder goede reden voorbij wordt gegaan aan wilsbekwaam verzet van de betrokkene. De rechter kan zich over het risico op ernstige psychische schade van een ander ter zitting laten voorlichten door deze ander of door derden (art. 800 lid 2 Rv).

In dat licht acht de Hoge Raad de motivering van de rechtbank onvoldoende:

3.4 De rechtbank heeft haar oordeel dat sprake is van ernstige psychische schade voor de familie van betrokkene gebaseerd op de medische verklaring, waarin de niet bij de zorg betrokken psychiater op grond van het dossier verklaart dat de familie overbelast raakt door de situatie (…) en op de verklaring van de ter zitting aanwezige psychiater dat de oom en tante van betrokkene het niet volhouden. Hiermee heeft de rechtbank, gelet op hetgeen hiervoor (…) is overwogen, niet toereikend gemotiveerd dat een aanzienlijk risico voor een ander op ernstige psychische schade bestaat.

Volgt vernietiging en terugverwijzing.

Cassatieblog.nl

Share This