Ook bij toewijzing klein deel gevorderde kunnen gemaakte buitengerechtelijke kosten redelijk zijn
HR 5 april 2013, LJN BY9086 (Multiquest/Fricorp)
De enkele omstandigheid dat slechts een klein gedeelte van de vordering is toegewezen, brengt niet mee dat alle gevorderde kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte van ook dit laatstgenoemde bedrag, niet redelijk zijn geweest in de zin van art. 6:96 lid 2, aanhef en onder c, BW. (meer…)
Richtlijnconforme interpretatie van art. 7:663 BW (overgang van onderneming)
HR 5 april 2013, LJN BZ1780 (Albron Nederland/FNV Bondgenoten c.s.)
Uit de wetsgeschiedenis van art. 7:663 BW volgt dat de wetgever beoogd heeft Richtlijn 2001/23/EG getrouw om te zetten. De (van de richtlijn afwijkende) bewoordingen van art. 7:663 BW zijn daarom niet doorslaggevend. Het hof heeft zich terecht niet van een richtlijnconforme interpretatie laten weerhouden door, in lijn met het antwoord van het Hof van Justitie op de door het hof gestelde prejudiciële vraag (zie het Albron-arrest), te oordelen dat het feit dat de cateringmedewerker ten tijde van de overgang van de onderneming waarvoor hij feitelijk werkzaam was, niet bij deze onderneming in dienst was, maar bij een zustermaatschappij, niet in de weg staat aan de toepasselijkheid van art. 7:663 BW. (meer…)
Nihilstelling alimentatie in geval van onnodige uitlokking faillissement door alimentatieplichtige
HR 5 april 2013, LJN BY8279
Als een alimentatieplichtige failliet is verklaard en op die grond verzoekt het bedrag van de alimentatieplicht op nihil vast te stellen, dient de rechter, behoudens bijzondere omstandigheden, ervan uit te gaan dat de alimentatieplichtige niet over de draagkracht beschikt om enige onderhoudsbijdrage te betalen en dus het verzoek toe te wijzen. Van bijzondere omstandigheden die een uitzondering op deze regel kunnen rechtvaardigen, kan sprake zijn indien de alimentatieplichtige onnodig zijn eigen faillissement heeft uitgelokt. Bij het aannemen hiervan is echter wel terughoudendheid geboden. (meer…)
Taalkundige uitleg commercieel contract niet zonder meer doorslaggevend
HR 5 april 2013, LJN BY8101 (Lundiform/Mexx)
(1) Ook indien bij de uitleg van een overeenkomst groot gewicht toekomt aan de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen, blijft de Haviltex-maatstaf leidend. De vrijheid van de feitenrechter om op basis van de bewoordingen van de overeenkomst te komen tot een voorshands gegeven oordeel aangaande de uitleg daarvan, laat onverlet dat de partij die een andere uitleg verdedigt en dienaangaande voldoende stelt, tot (tegen)bewijs moet worden toegelaten.
(2) Een “entire agreement clause” staat niet zonder meer eraan in de weg dat voor de uitleg van de overeenkomst betekenis wordt toegekend aan verklaringen of gedragingen van partijen voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst. (meer…)
Partijen hebben geen inspraak bij benoeming van rechtbankdeskundigen in onteigeningsprocedure
HR 5 april 2013, LJN BY8098 (X/gemeente Sittard-Geleen)
De overlegverplichting van art. 194 lid 2 Rv is niet van toepassing op de benoeming van deskundigen in de onteigeningsprocedure, zo leidt de Hoge Raad af uit art. 32 Onteigeningswet (Ow). Het beginsel van hoor en wederhoor speelt geen rol bij het horen in de administratieve onteigeningsfase bij de Kroon. (meer…)
Recente berichten
- Geen belang bij cassatie niet-dragend oordeel
- Bananenhandel en bewijsaanbod: wanneer is voldoende gesteld om tot getuigenbewijs te worden toegelaten?
- De gevolgen van het niet naleven van het Didam-arrest
- Cassatievlog #114 | De gevolgen van het handelen in strijd met Didam en de publicatieplicht
- Recht op vergoeding van in buitenland verleende geneeskundige zorg
- Uitleg van onduidelijke werkingssfeerbepaling
- Cassatievlog #113 | Voor inbezitneming van ‘publieke grond’ geldt geen afzonderlijke maatstaf
- WHOA-akkoord kan rechten schuldeisers wel beperken, maar bestaande verplichtingen van schuldeisers niet wijzigen
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (326)
- Arbeidsrecht (225)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (66)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (86)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (90)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (198)
- Intellectuele-eigendomsrecht (114)
- Internationaal privaatrecht (80)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (176)
- Pensioenrecht (23)
- Personen- en familierecht (207)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (26)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (134)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (837)
- Strafrecht (6)
- Verbintenissenrecht (289)
- Vermogensrecht algemeen (85)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (76)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (118)