Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: Haviltex-maatstaf


HR 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:315

De vraag hoe een brief moet worden uitgelegd, dient te worden beantwoord aan de hand van de wilsvertrouwensleer, zoals neergelegd in art. 3:33 en 3:35 BW. Daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang en komt geen beslissend gewicht toe aan de meest voor de hand liggende taalkundige betekenis van de in de brief gebruikte bewoordingen, ook niet als uitgangspunt. (meer…)

HR 9 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2821 (Flexabram/Iprem)

Bij uitleg aan de hand van de Haviltex-maatstaf komt het niet aan op de vraag wat partijen zouden zijn overeengekomen als zij rekening hadden gehouden met een hypothetische situatie (in casu doorverkoop van een huurpand met huurgarantie), maar op de vraag welke zin zij in de voorliggende situatie aan de overeengekomen bepaling mochten toekennen. (meer…)

HR 8 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1511

De objectieve maatstaf voor de uitleg van notariële leverings- en vestigingsakten geldt niet voor de uitleg van de daaraan ten grondslag liggende obligatoire partijafspraken. In dit geval gaat het om de uitleg van een in de hypotheekakte opgenomen contractuele renteclausule, die alleen een rol speelt in de verhouding tussen de oorspronkelijke contractspartijen. Die uitleg dient te geschieden aan de hand van de Haviltex-maatstaf. (meer…)

Gebroken-hart-2HR 13 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3303 

De uitleg van een overeenkomst dient, ook indien partijen op de tekst van de overeenkomst haaks op elkaar staande bedoelingen en verwachtingen baseren en geen van beide interpretaties aanstonds volstrekt onaannemelijk is, te geschieden conform de Haviltex-maatstaf. Ook in een dergelijk geval moet de rechter de uitleg van de bepaling baseren op alle door partijen aangevoerde omstandigheden en niet slechts op de tekst van de overeenkomst. (meer…)

HR 5 april 2013, LJN BY8101 (Lundiform/Mexx)

(1) Ook indien bij de uitleg van een overeenkomst groot gewicht toekomt aan de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen, blijft de Haviltex-maatstaf leidend. De vrijheid van de feitenrechter om op basis van de bewoordingen van de overeenkomst te komen tot een voorshands gegeven oordeel aangaande de uitleg daarvan, laat onverlet dat de partij die een andere uitleg verdedigt en dienaangaande voldoende stelt, tot (tegen)bewijs moet worden toegelaten.
(2) Een “entire agreement clause” staat niet zonder meer eraan in de weg dat voor de uitleg van de overeenkomst betekenis wordt toegekend aan verklaringen of gedragingen van partijen voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst. (meer…)

Cassatieblog.nl