Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: BW art. 3:33


HR 2 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:165

Op notarissen rust eveneens een waarschuwingsplicht voor de gevolgen van de met tussenkomst van een notaris verrichte rechtshandelingen, zoals het wijzigen van huwelijkse voorwaarden. Deze waarschuwingsplicht wint aan gewicht wanneer de gevolgen voor één van de partijen nadeliger zijn. Het enkele feit dat een rechtshandeling met tussenkomst van een notaris is verricht, betekent niet zonder meer dat de ene partij er gerechtvaardigd op mag vertrouwen dat de wil van de andere partij overeenstemt met haar verklaring bij de notaris.

(meer…)

HR 01-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:819

Tussen partijen is in geschil of de vof door opzegging is geëindigd als gevolg van een telefonische uitlating. Deze telefonische uitlating moet worden uitgelegd aan de hand van art. 3:33 en 3:35 BW. Daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang. Dat partijen in de vennootschapsakte een vormvereiste voor opzegging zijn overeengekomen, is een omstandigheid die van belang kan zijn bij de beantwoording van de vraag of de telefonische uitlating mocht worden opgevat als opzegging. (meer…)

HR 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:315

De vraag hoe een brief moet worden uitgelegd, dient te worden beantwoord aan de hand van de wilsvertrouwensleer, zoals neergelegd in art. 3:33 en 3:35 BW. Daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang en komt geen beslissend gewicht toe aan de meest voor de hand liggende taalkundige betekenis van de in de brief gebruikte bewoordingen, ook niet als uitgangspunt. (meer…)

HR 11 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3552 (X/VvE)

De bescherming van art. 3:26 BW kan ook worden ingeroepen tegen degene die de onjuistheid van het door hemzelf ingeschreven feit (niet kende, maar) behoorde te kennen, maar niet heeft zorggedragen voor overeenstemming van de registers met de werkelijkheid. (meer…)

HR 9 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3013 (Meegaa/Verweerder)

De vraag of in het kader van een mondeling gesloten overeenkomst een verwijzing op een afleverbon naar een exoneratie of algemene voorwaarden leidt tot toepasselijkheid daarvan, moet worden beantwoord aan de hand van de wilsvertrouwensleer (art. 3:33/3:35 BW). (meer…)

Cassatieblog.nl