Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: derdenbescherming


HR 11 februari 2022  ECLI:NL:HR:2022:164 (Earth Concepts / Upstream c.s.)

Ruben de Graaff behandelt in drie minuten een uitspraak van de Hoge Raad over conservatoir leveringsbeslag op merkrechten. Tegen wie moet de beslaglegger de eis in de hoofdzaak instellen? Wat als de beslagene het merkrecht aan een derde heeft overgedragen en vervolgens failliet is gegaan?

Cassatievlog #008 is ook als podcast beschikbaar.

HR 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2687 (FNV c.s./Condor)

In het licht van de bestaansgrond van de CAO-norm (derdenbescherming) is toepassing daarvan niet gerechtvaardigd indien derden aanspraak maken op de bescherming van een sociaal plan en zich daartoe beroepen op de niet uit de tekst blijkende bedoeling van partijen bij dat sociaal plan. (meer…)

HR 18 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2640

De aard van beslaglegging als middel tot bewaring van bestaande rechten brengt mee dat de derdenbescherming van art. 3:36 BW – waarop ook beslagleggers zich kunnen beroepen – niet tot gevolg heeft dat de beslaglegger hierdoor aanspraak verkrijgt het beslagen goed onbezwaard te executeren. Een eerdere hypotheekhouder kan een per ongeluk doorgehaald hypotheekrecht daarmee aan een latere conservatoir beslaglegger tegenwerpen. (meer…)

HR 11 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3552 (X/VvE)

De bescherming van art. 3:26 BW kan ook worden ingeroepen tegen degene die de onjuistheid van het door hemzelf ingeschreven feit (niet kende, maar) behoorde te kennen, maar niet heeft zorggedragen voor overeenstemming van de registers met de werkelijkheid. (meer…)

HR 19 april 2013, LJN BY3123 (Alheembouw/HDI Gerling c.s.)

De vraag of, en zo ja in welke omvang, in een verzekeringspolis mede dekking wordt verleend aan derden (eventueel na aanvaarding van een daartoe strekkend derdenbeding), dient te worden beantwoord aan de hand van hetgeen de verzekeraar en de verzekeringnemer dienaangaande zijn overeengekomen. Bij een CAR-verzekering kan de onderaannemer (als derde) jegens de verzekeraar bescherming ontlenen aan art. 3:35 BW indien hij op grond van de bewoordingen van de polis en/of (andere) door de verzekeraar gedane mededelingen of gewekte verwachtingen, erop heeft vertrouwd, en erop heeft mogen vertrouwen, dat hem dekking zal worden verleend. (meer…)

Cassatieblog.nl