Het hof heeft terecht tot uitgangspunt genomen dat verklaringen en gedragingen die zijn gedaan door de verzekeringnemer na de schriftelijke mededeling van aanwijzing van de begunstigde, mede een rol kunnen spelen bij de uitleg van de aanwijzing van de begunstigde bij een levensverzekering, voor zover zij kunnen bijdragen aan het vaststellen van de bedoeling van de verzekeringnemer ten tijde van de aanwijzing. (meer…)
In dit geding gaat het om een overeenkomst die is gesloten met betrekking tot de exploitatie van een bed & breakfast concept. De hoofdvraag is of er sprake is van een huur- of koopovereenkomst. Eisers in cassatie hebben in conventie een bedrag uit onverschuldigde betaling gevorderd omdat de koopovereenkomst nietig zou zijn en verweerders in cassatie hebben in reconventie ontbinding van de huurovereenkomst respectievelijk ontruiming van het gehuurde gevorderd. Het hof heeft de overeenkomst gekwalificeerd als een huurovereenkomst en de vordering in conventie afgewezen en de vorderingen in reconventie toegewezen. De Hoge Raad vernietigt dit arrest omdat het hof essentiële stellingen niet in zijn oordeel heeft betrokken. (meer…)
Vervolg op HR 27 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:757, en HvJ EU 14 december 2016, ECLI:EU:C:2016:948. Indien de aanbestedingsvoorwaarden bepalen dat een inschrijving terzijde wordt gelegd, indien de inschrijver een ernstige beroepsfout heeft begaan, heeft de aanbestedende dienst geen ruimte meer om van uitsluiting af te zien op de grond dat zodanige uitsluiting disproportioneel is. (meer…)
Volgens het stelsel van de Wet inrichting landelijk gebied (Wilg) dienen alle voor- en nadelen als gevolg van de ruiling via de LGR (lijst der geldelijke regelingen) te worden verrekend. Daarmee wordt voorzien in een algehele financiële afwikkeling van de herverkaveling. Het gaat daarbij niet alleen om verschillen in oppervlakte, maar ook om eventuele verschillen in gebruikswaarde of kwaliteit. (meer…)
Het scheepsvoorrecht uit art. 8:211, aanhef en onder b, BW jo. art. 8:204 BW – gelijkluidend aan dezelfde bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek Curaçao (BWC) – strekt ertoe met het oog op de bescherming van de belangen van de zeevarende diens verhaalsmogelijkheden voor de vorderingen die zijn ontstaan uit de zee-arbeidsovereenkomst zoveel mogelijk te waarborgen (HR 23 januari 2009, ECLI:NL:HR:2009:BG3588, NJ 2009/71). De vorderingen van de werknemers die zijn ontstaan doordat de werkgever niet heeft voldaan aan haar uit de arbeidsovereenkomsten voortvloeiende verplichting om te zorgen voor een (pre)pensioenvoorziening, vallen onder het scheepsvoorrecht en prevaleren boven het recht van hypotheek van de scheepshypotheekhouder. (meer…)
Wij maken gebruik van cookies voor webanalyse en social media sharing. Google Analytics analyseert met behulp van cookies hoe de website wordt gebruikt. Daarnaast toont deze blog knoppen om informatie te delen op sociale media. Deze knoppen worden enkel weergegeven als u toestemming geeft cookies te plaatsen op uw computer. Meer informatie vindt u in onze privacyverklaring .