Wanneer is een uit verschillende onderdelen door de chirurg samengestelde heupprothese in het verkeer gebracht?
HR 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1172
Een dergelijke heupprothese is geen product dat door de producent van de onderdelen in het verkeer is gebracht. Voor elk onderdeel geldt een afzonderlijke vervaltermijn, die aanvangt daags nadat het onderdeel in het verkeer is gebracht. (meer…)
Milieuschulden zijn boedelschulden
HR 4 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:833
Schulden die voortvloeien uit bestuursrechtelijke lasten die aan de curator zijn opgelegd wegens de niet-naleving van milieuwetgeving, zijn volgens de Hoge Raad boedelschulden. De overheid heeft voor deze kosten dus een gunstige verhaalspositie. (meer…)
De eis van ondergeschiktheid in het licht van art. 10 Insolventievordering
HR 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1164
Binnen het Unierecht is voor het bestaan van een ondergeschiktheidsband kenmerkend het feit dat een werknemer onder het gezag staat van een andere persoon, die niet alleen bepaalt (i) welke prestaties van hem worden verwacht, maar ook (ii) op welke wijze hij die moet verrichten en (iii) wiens instructies en interne voorschriften hij moet naleven. Voor de vraag of sprake is van een ondergeschiktheidsband tussen een werknemer en een vennootschap, is echter niet zonder meer van belang dat die vennootschap sterk verweven is met de rechtspersoon bij wie de werknemer in dienst is. (meer…)
Wanneer mag worden vertrouwd op een valse verklaring?
HR 28 mei 2021, ECLI:NL:HR:2021:783
Uitgangspunt is dat degene voor wie iets valselijk is verklaard zich tegen de geadresseerde erop kan beroepen dat de verklaring niet van hem afkomstig is. Onder omstandigheden kan het gerechtvaardigd vertrouwen van de geadresseerde echter geheel of ten dele worden toegerekend aan degene voor wie valselijk is verklaard. (meer…)
Prejudiciële vragen: wanneer zijn administratiekosten voor een nieuwe huurder een niet redelijk voordeel (art. 7:264 lid 1)?
HR 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1157
De Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen over de uitleg van het begrip ‘niet redelijk voordeel’ in art. 7:264 lid 1 BW. (meer…)
Recente berichten
- Geen belang bij cassatie niet-dragend oordeel
- Bananenhandel en bewijsaanbod: wanneer is voldoende gesteld om tot getuigenbewijs te worden toegelaten?
- De gevolgen van het niet naleven van het Didam-arrest
- Cassatievlog #114 | De gevolgen van het handelen in strijd met Didam en de publicatieplicht
- Recht op vergoeding van in buitenland verleende geneeskundige zorg
- Uitleg van onduidelijke werkingssfeerbepaling
- Cassatievlog #113 | Voor inbezitneming van ‘publieke grond’ geldt geen afzonderlijke maatstaf
- WHOA-akkoord kan rechten schuldeisers wel beperken, maar bestaande verplichtingen van schuldeisers niet wijzigen
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (326)
- Arbeidsrecht (225)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (66)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (86)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (90)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (198)
- Intellectuele-eigendomsrecht (114)
- Internationaal privaatrecht (80)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (176)
- Pensioenrecht (23)
- Personen- en familierecht (207)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (26)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (134)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (837)
- Strafrecht (6)
- Verbintenissenrecht (289)
- Vermogensrecht algemeen (85)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (76)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (118)