HR 7 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2285 (Resort of the World/Maple Leaf)

(1) In geval van onrechtmatige crediteursbenadeling is de te vergoeden schade niet zonder meer gelijk aan de vordering waarvan men het verhaal wilde verijdelen. In een dergelijk geval is vereenzelviging een vorm van redres die te ver gaat. (2) Voor toerekening van onrechtmatig handelen of nalaten van functionarissen aan rechtspersonen op grond van de Babbel-maatstaf is de formele hoedanigheid van de handelende persoon niet beslissend.

Achtergrond

X, financial controller bij hotelexploitant Resort of the World (eiseres tot cassatie), heeft in 2005 zijn woning ondergebracht in Maple Leaf (verweerder in cassatie), een “Stichting Particulier Fonds” naar het recht van Sint Maarten. Het gaat hier om een in Nederland onbekende rechtsfiguur die de mogelijkheid biedt van een afgescheiden familie- of doelvermogen en in die zin gelijkenis vertoont met de trust uit de common law traditie (zie nader de conclusie van A-G Hartlief, sub 4.9 e.v.).

In 2011 is X op staande voet ontslagen wegens fraude op het werk. In dit geding zoekt zijn werkgever verhaal op Maple Leaf, daartoe stellende dat de stichting als verlengstuk of dekmantel van X fungeerde, feitelijk (niet altijd formeel) werd bestuurd door X en werd gebruikt om daarin vermogensbestanddelen van X onder te brengen (waaronder zijn woning als belangrijkste potentiële verhaalsobject).

Resort of the World baseerde haar vordering tegen Maple Leaf op vier grondslagen, te weten (1) vereenzelviging van Maple Leaf en X, (2) misbruik van het identiteitsverschil tussen Maple Leaf en X, (3) onrechtmatig profiteren van fraude door Maple Leaf en (4) ongerechtvaardigde verrijking aan de kant van Maple Leaf.

Het Gemeenschappelijk Hof wees de vordering tegen Maple Leaf op alle vier de grondslagen af. Vereenzelviging achtte het hof, onder verwijzing naar het Rainbow-arrest (HR 13 oktober 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7480, NJ 2000/698) een vorm van redres die te ver ging, (reeds) omdat de door Resort of the World geleden verhaalsschade niet zonder meer gelijk was aan de schade die zij had geleden door de fraude van X. Voor misbruik van identiteitsverschil was volgens het hof onvoldoende gesteld. Onrechtmatig profiteren van de fraude was volgens het hof niet aan de orde, omdat de kennis van X over de fraude niet zonder meer zou kunnen worden toegerekend aan Maple Leaf. Daarbij achtte het hof tevens van belang dat de afzondering van particulier vermogen in een Stichting Particulier Fonds (in Sint Maarten) niet verboden, onbehoorlijk of ongebruikelijk is. Op diezelfde grond verwierp het hof ook het beroep op ongerechtvaardigde verrijking.

In navolging van de conclusie van A-G Hartlief laat de Hoge Raad ’s hofs oordeel over vereenzelviging in stand, maar vernietigt hij de afwijzende beslissing op de grondslagen misbruik van identiteitsverschil, onrechtmatig profiteren van fraude en ongerechtvaardigde verrijking. Na verwijzing staat dus nog te bezien of Maple Leaf op (één van) deze grondslagen aansprakelijk is jegens Resort of the World.

Vereenzelviging

Onder verwijzing naar het al genoemde Rainbow-arrest oordeelt de Hoge Raad dat onrechtmatig misbruik van het identiteitsverschil tussen twee rechtspersonen in de regel zal moeten worden aangemerkt als onrechtmatige daad, waarbij de verplichting tot schadevergoeding niet alleen rust op de persoon die met gebruikmaking van zijn zeggenschap de betrokken rechtspersoon tot medewerking aan dat onrechtmatig handelen heeft gebracht, doch ook op deze rechtspersoon zelf. De Hoge Raad herhaalt zijn overweging uit het Rainbow-arrest dat in “uitzonderlijke omstandigheden” (zelfs) vereenzelviging van de betrokken rechtspersonen de meest aangewezen vorm van redres kan zijn, maar voegt toe dat in geval van onrechtmatige crediteursbenadeling de te vergoeden schade niet zonder meer gelijk is aan de vordering waarvan men het verhaal wilde verijdelen. In een dergelijk geval is vereenzelviging een vorm van redres die te ver gaat, aldus de Hoge Raad (r.o. 3.5.2).

Tegen deze achtergrond laat de Hoge Raad ’s hofs oordeel dat vereenzelviging in casu een vorm van redres is die te ver gaat, kort samengevat omdat de door Resort of the World geleden verhaalsschade niet zonder meer gelijk was aan de schade die zij had geleden door de fraude, in stand (r.o. 3.5.3).

Misbruik van identiteitsverschil

Ter onderbouwing van het beroep op misbruik van identiteitsverschil had Resort of the World in feitelijke instanties, kort samengevat, aangevoerd dat X had “beoogd te verijdelen dat Resort of the World haar fraudeschade zou kunnen verhalen, en wel door, met behoud van zijn zeggenschap over en genot van de villa, deze op naam van Maple Leaf te zetten en te houden”. Meer concreet had Resort of the World aangevoerd dat de villa om niet aan Maple Leaf was overgedragen op het moment dat X al ernstig rekening moest houden met de mogelijkheid dat de (reeds gaande zijnde fraude) zou worden ontdekt en tot een aanzienlijke claim zou leiden. Ook had Resort of the World aangevoerd dat X de fraude had voortgezet in de wetenschap dat de door hem verworven en bewoonde villa veilig was voor verhaal (r.o. 3.6.1).

Nu het hof niet op deze gestelde omstandigheden was ingegaan, acht de Hoge Raad de verwerping van het beroep op misbruik van identiteitsverschil onbegrijpelijk (r.o. 3.6.2).

Onrechtmatig profiteren van fraude (toerekening van kennis)

Ter verwerping van het beroep op onrechtmatig profiteren van fraude had het hof, kort samengevat, overwogen (i) dat de desbetreffende kennis van X niet aan Maple Leaf kon worden toegerekend en (ii) dat de handelwijze van Maple Leaf viel binnen haar doelomschrijving, die op zichzelf niet verboden, onbehoorlijk of ongebruikelijk is (r.o. 3.7.1). Beide argumenten houden in cassatie geen stand. Wat betreft de toerekening van kennis overweegt de Hoge Raad:

“3.7.2 (…) Voor het antwoord op de vraag onder welke omstandigheden een onrechtmatig handelen of nalaten van personen door wie de rechtspersoon aan het rechtsverkeer deelneemt, als eigen onrechtmatig handelen aan een rechtspersoon kan worden toegerekend, is beslissend of dat handelen of nalaten in het maatschappelijk verkeer heeft te gelden als handelen of nalaten van de rechtspersoon zelf (vgl. HR 6 april 1979, ECLI:NL:HR:1979:AH8595, NJ 1980/34 (Kleuterschool Babbel)). Dat geldt voor gedragingen van een bestuurder, maar de formele hoedanigheid van de handelende persoon is niet beslissend voor de toerekeningsvraag. Indien, zoals hier veronderstellenderwijs moet worden aangenomen, [X] de volledige zeggenschap over Maple Leaf had, ook in de periodes dat hij geen bestuurder was, en dat hij haar ‘ultimate beneficiary’ is, is in beginsel aan de aan te leggen maatstaf voldaan. Dat het hier om een aansprakelijkheidskwestie gaat, doet daaraan niet af, zoals ook blijkt uit rov. 3.6 van HR 11 november 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT6018, NJ 2007/231.”

Laatstgenoemd arrest Ontvanger/Voorsluijs ging over de toerekening van kennis van een externe adviseur (in casu een belastingadviseur) aan diens opdrachtgever. In r.o. 3.5 van dat arrest overwoog de Hoge Raad dat bij díe toerekening (van externe kennis) “terughoudendheid” moet worden betracht, temeer waar die toerekening wordt bepleit in het kader van een aansprakelijkheidsvraag (in verband met het uitgangspunt dat eenieder in beginsel alleen voor zijn eigen daden en nalatigheden aansprakelijk is te houden).

In de onderhavige zaak had het hof onder verwijzing naar r.o. 3.5 van Ontvanger/Voorsluijs geoordeeld dat (ook) terughoudendheid moest worden betracht bij de toerekening van de (interne) kennis van X aan zijn stichting Maple Leaf. De Hoge Raad verwerpt die redenering onder verwijzing naar r.o. 3.6 van Ontvanger/Voorsluijs, waar hij al had verduidelijkt dat voor toerekening van kennis van functionarissen van een rechtspersoon de Babbel-maatstaf geldt.

Het tweede argument van het hof luidde dat de doelomschrijving van Maple Leaf op zichzelf niet verboden, onbehoorlijk of ongebruikelijk was. De Hoge Raad acht dat niet redengevend, althans niet doorslaggevend, omdat het welbewust profiteren van crediteursbenadeling door Maple Leaf wel degelijk onrechtmatig kan zijn jegens Resort of the World, ook al valt dit onder een op zichzelf rechtmatige doelomschrijving (r.o. 3.7.3).

Ongerechtvaardigde verrijking

Ook de afwijzing van het beroep op ongerechtvaardigde verrijking had het hof gebaseerd op de overweging dat de handelwijze van Maple Leaf viel binnen een op zichzelf niet verboden, onbehoorlijke of ongebruikelijke doelomschrijving. Ook op dit punt vernietigt de Hoge Raad: een en ander laat namelijk onverlet dat de daaruit voortvloeiende verrijking wel degelijk ongerechtvaardigd kan zijn (r.o. 3.8).

Cassatieblog.nl

Share This