Alle berichten van: Claire Wiltink


HR 2 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:140 (Wisdom/Riad) en ECLI:NL:HR:2018:142 (Sichem Anne/Margreta)

In twee arresten heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op de vraag of aansprakelijkheid voor (regres)vorderingen voor kosten van berging van een schip kan worden beperkt door het stellen van een zakenfonds of dat daarvoor apart een wrakkenfonds moet worden gesteld. Een uitleg van art. 2 van het Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen 1976  (LLMC) brengt mee dat dergelijke vorderingen zowel onder art. 2 lid 1 sub d en e LLMC als onder een andere categorie van art. 2 lid 1 LLMC kunnen vallen. (meer…)

HR 2 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:145

Dit arrest is een vervolg op HR 27 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:110 waarin is beslist dat tekortkomingen in de nakoming van de schuldsaneringsverplichtingen niet zonder meer aan de schuldenaar kunnen worden toegerekend indien een bewindvoerder zijn verplichting niet is nagekomen. Het verwijzingshof heeft beslist dat de bewindvoerder zijn verplichting wel is nagekomen. De Hoge Raad acht dit oordeel onvoldoende begrijpelijk gemotiveerd en verwijst het geding (opnieuw) naar een ander hof. (meer…)

HR 22 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3253

Het in art. 67 Fw toegekende recht van hoger beroep tegen een beschikking van de rechter-commissaris komt uitsluitend toe aan diegenen die als ‘partij’ bij die beschikking kunnen worden aangemerkt. Dit zijn (i) diegene die het tot de beschikking leidende verzoek aan de rechter-commissaris heeft gedaan en (ii) diegene tot wie de beschikking is gericht. De omstandigheid dat het belang van een persoon direct betrokken is bij een beschikking, betekent nog niet dat de beschikking ook tot hem is gericht. (meer…)

HR 15 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3145

De begroting van de schade aan een boom kan niet worden gebaseerd op het uitgangspunt dat de kosten die in het verleden zijn gemaakt om het genot van de boom te verkrijgen en te behouden, geacht moeten worden hun doel te hebben gemist. Een algemene regel op basis waarvan de schade aan bomen moet worden vastgesteld kan niet worden gegeven. Uitgangspunt blijft dat een rechter zoveel mogelijk de werkelijk te lijden schade begroot. (meer…)

HR 8 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3110 

Beslissingen van een rechter-commissaris als bedoeld in art. 267 Fw en art. 268a Fw vallen onder het rechtsmiddelenverbod van art. 282 Fw. Dit rechtsmiddelenverbod kan worden doorbroken op een van de in de rechtspraak ontwikkelde doorbrekingsgronden. In beginsel geldt dan de termijn die voor het instellen van het rechtsmiddel zou gelden als er geen rechtsmiddelenverbod van toepassing zou zijn. In gevallen waarin Titel II Fw in rechtsmiddelen voorziet, is de termijn acht dagen voor het instellen van hoger beroep, en acht dagen voor het instellen van cassatieberoep. Een rechtsmiddel waarmee doorbreking van het rechtsmiddelenverbod uit art. 282 Fw wordt beoogd moet dan ook binnen 8 dagen worden ingesteld. (meer…)

Cassatieblog.nl