Alle berichten van: Floor Veldhuis


HR 4 mei 2018 ECLI:NL:HR:2018:696

In deze Caribische zaak heeft de Hoge Raad bepaald dat niet reeds van overheidsgrond in de zin van art. 5:24 BWSM (en tevens het equivalent in het BW) sprake is als onbekend is wie de eigenaar van de grond is. Het gaat erom dat de grond geen (andere) eigenaar heeft. (meer…)

HR 20 april 2018 ECLI:NL:HR:2018:649

In navolging op zijn arrest van 10 maart 2017 heeft de Hoge Raad eiser in deze procedure in de gelegenheid gesteld om alsnog alle bij de processueel ondeelbare rechtsverhouding betrokken partijen in het geding in cassatie op te roepen. Eiser had dit nagelaten en dient op de voet van art. 30g Rv aan de ten onrechte niet opgeroepen partijen de procesinleiding en het oproepingsbericht per afzonderlijke exploot te betekenen (meer…)

HR 13 april 2018 ECLI:NL:HR:2018:597

(i) Art. 2:354 BW moet zo worden uitgelegd dat de Ondernemingskamer op verzoek van de rechtspersoon kan beslissen de kosten van het onderzoek ook op een feitelijk bestuurder te verhalen indien individueel en concreet blijkt dat hij  verantwoordelijk is voor het wanbeleid, hetgeen inhoudt dat hem een persoonlijk verwijt kan worden gemaakt van dat wanbeleid. (ii) Een kostenveroordeling op de voet van art. 2:354 BW strekt tot vergoeding van de schade en kan dus geheel op ieder van twee of meer personen hoofdelijk worden verhaald. Het uitspreken van een dergelijke veroordeling tot schadevergoeding past binnen de wettelijke taak van de Ondernemingskamer. (meer…)

HR 6 april 2018 ECLI:NL:HR:2018:535

(i) De regel uit art. 3:171 BW dat iedere deelgenoot bevoegd is tot het instellen van rechtsvorderingen/indienen van verzoekschriften ten behoeve van de gemeenschap geldt in beginsel slechts tegenover derden en niet tegenover deelgenoten, tenzij de vordering of het verzoek ten behoeve van de gemeenschap tegen een deelgenoot niet in de verdeling van de gemeenschap kan worden betrokken ingevolge art. 3:184 en 3:185 BW.
(ii) Voor vorderingen tegen derden is niet vereist dat deze op de voet van art. 3:170 lid 2 BW door de deelgenoten gezamenlijk worden ingesteld, mits de deelgenoot kenbaar maakt dat hij in zijn hoedanigheid voor de gezamenlijke, zo veel met name te noemen, deelgenoten optreedt. (meer…)

HR 23 maart 2018 ECLI:NL:HR:2018:426

In geschil is of een raamovereenkomst inzake het leveren van een geïntegreerd computersysteem rechtsgeldig door JBZ is beëindigd. Het hof heeft voor recht verklaard dat de overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden en de vorderingen uit ongedaanmaking en schadevergoeding toegewezen. In cassatie is onder meer geklaagd over dat het hof heeft miskend dat ongedaanmaking en schadevergoeding alleen toewijsbaar zijn ingeval van ontbinding op grond van tekortkoming in de nakoming en niet zonder meer bij enkele inroeping van een contractuele opzeggingsgrond. Het hof heeft daarbij ten onrechte geen aandacht besteed aan het verweer van Alert dat het artikel in de raamovereenkomst geen ontbindingsgrond, maar een opzeggingsmogelijkheid inhoudt. (meer…)

Cassatieblog.nl