Alle berichten van: Hidde Volberda


HR 10 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:200

De vordering van het Koninkrijk Zweden tot teruggave van een cultuurgoed (art. 3:310a BW) is verjaard. Het hof heeft terecht niet ambtshalve geoordeeld over de vraag naar het op deze kwestie toepasselijke recht, omdat deze vraag niet lag binnen het door de grieven ontsloten gebied. (meer…)

HR 13 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:29

In hoger beroep is niet opgekomen tegen de beslissing van de rechtbank dat aan appellant een schone lei wordt verleend. Het stond het hof daarom niet vrij  de – voor de appellant gunstige en in hoger beroep niet bestreden – beslissing van de rechtbank dat haar de schone lei wordt verleend, in haar nadeel te wijzigen. (meer…)

HR 23 december 2022  ECLI:NL:HR:2022:1940

Het oordeel van het hof dat de grieven aangaande opschorting samenhangen met de grieven aangaande dwaling, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het beroep op opschorting en het beroep op dwaling steunen namelijk op dezelfde feitelijke omstandigheid. (meer…)

HR 20 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:65

Dit arrest betreft een geschil tussen Martin-air-vrachtvliegers en de KLM. Centrale vraag is of de senioriteitsrechten van deze vliegers rechten zijn die op basis van art. 7:663 BW mee overgaan naar de nieuwe werkgever (KLM) in het geval van overgang van onderneming. De Hoge Raad oordeelt dat de senioriteitsrechten van de vrachtvliegers, die niet mede-bepalend zijn voor een financieel recht, niet hoeven te worden gehandhaafd door KLM. In dit Cassatievlog bespreekt Hidde Volberda in drie minuten de uitspraak van de Hoge Raad.

Cassatievlog #045 is ook als podcast beschikbaar.

HR 4 november 2022, ECLI:NL:HR:2022:1579

In dit arrest gaat het om de principiële vraag of de Staat en de Ontvanger gerechtigd zijn om op grond van onrechtmatige daad bij wijze van schadevergoeding een derde aansprakelijk te stellen voor van een belastingplichtige niet geheven belasting, en betaling van die niet geheven belasting te vorderen ingeval op grond van de desbetreffende belastingwet, meer in het bijzonder wegens fiscaalrechtelijke verjaring, aan de belastingplichtige geen aanslag is, en ook niet meer kan worden, opgelegd. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag ontkennend. Op grond van artikel 104 Grondwet worden belastingen geheven uit kracht van een (publiekrechtelijke) wet. Bij gebrek aan een publiekrechtelijke  grondslag is privaatrechtelijk verhaal op derden, door wier onrechtmatig handelen belastinggelden zijn misgelopen, in een dergelijk geval in strijd met dit belastingrechtelijke legaliteitsbeginsel. (meer…)

Cassatieblog.nl