Alle berichten van: Jellis Jansen


Hoge Raad 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1913

In dit arrest beantwoordt de Hoge Raad prejudiciële vragen over het aanvangsmoment van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit de WSNP. De Hoge Raad oordeelt dat in art. 349a lid 1 Fw met ‘de eerste aflossing’ wordt bedoeld de eerste aflossing tijdens het minnelijke traject van schuldhulpverlening. De Hoge Raad oordeelt verder dat de inspanningsplicht die gedurende het minnelijke traject op de schuldenaar rust niet gelijk is aan, maar wel vergelijkbaar is met de inspanningsplicht die geldt gedurende de wettelijke schuldsaneringsregeling. Jellis Jansen bespreekt het arrest.

Cassatievlog #118 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister hier de podcast of via uw favoriete podcastkanaal.

HR 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1913 (eerste WSNP-aflossing)

Met de in art. 349a lid 1 Fw bedoelde eerste aflossing in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling wordt bedoeld: de eerste aflossing tijdens het minnelijke traject van schuldhulpverlening. Als de rechter die oordeelt over toepassing van de schuldsaneringsregeling vaststelt dat de schuldenaar zich tijdens het minnelijke voortraject voldoende heeft ingespannen ten behoeve van zijn schuldeisers, staat de eventuele omstandigheid dat de verplichtingen die voortvloeien uit het minnelijke voortraject niet geheel gelijk zijn aan de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling, niet eraan in de weg om de termijn van de schuldsaneringsregeling te laten lopen vanaf de dag waarop de eerste aflossing is gedaan. (meer…)

Hoge Raad 29 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1774

Kon de minister een gratieverzoek weigeren van een veroordeelde in wiens zaak de Hoge Raad na een koerswijziging niet ambtshalve had getoetst of het strafbare feit ten tijde van het hofarrest was verjaard, terwijl het betreffende cassatieberoep vóór de koerswijziging al aanhangig was? De Hoge Raad oordeelt van wel. Gratie is geen verkapt rechtsmiddel en de burgerlijke rechter moet een negatief gratiebesluit terughoudend beoordelen. De motivering van de minister dat toewijzing van een gratieverzoek een bewuste keuze van de Hoge Raad zou doorkruisen was toereikend. Jellis Jansen bespreekt de uitspraak.

 

Cassatievlog #116 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister hier de podcast of via uw favoriete podcastkanaal.

Cassatieblog HR 15 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1666 (werknemer/EUR)

In art. 3.2.7.2 Procesreglement ligt besloten dat in een verzoekprocedure een verzoek tot verlenging van de verweertermijn moet worden gedaan voor de afloop van de termijn van in beginsel drie weken na verzending van de procesinleiding. Dat de kennisgeving bij zowel de verweerder als op het kantoor van haar advocaat in feitelijke instanties (tevens dat van haar cassatieadvocaat) is aangekomen, maar niet tijdig het juiste bureau heeft bereikt, komt voor risico van de verweerder. (meer…)

Cassatieblog.nl