Burgerlijke rechter niet bevoegd ter zake van beslissingen over oplegging alcoholslotprogramma

Burgerlijke rechter niet bevoegd ter zake van beslissingen over oplegging alcoholslotprogramma

HR 20 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:58 (CBR/verweerders)

De beslissingen van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) op grond van de Wegenverkeerswet 1994 en het Reglement rijbewijzen over (onder meer) het opleggen van een alcoholslotprogramma leveren een besluit op als bedoeld in de Awb, waarvan op grond van die wet bezwaar en beroep openstaan. De burgerlijke rechter dient degene die bij hem opkomt tegen dergelijke beslissingen dan ook niet-ontvankelijk te verklaren, tenzij de rechtsbescherming terzake bij de bestuursrechter tekortschiet. Lees meer…

Europese Octrooi Organisatie kan zich voor de Nederlandse rechter beroepen op immuniteit van jurisdictie

Europese Octrooi Organisatie kan zich voor de Nederlandse rechter beroepen op immuniteit van jurisdictie

HR 20 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:56 (X/EOO) en ECLI:NL:HR:2017:57 (EOO en Staat/VEOB en SUEPO)

De Europese Octrooi Organisatie (EOO) kan zich beroepen op immuniteit van jurisdictie in een geschil met een werkneemster en een geschil met vakbonden. De alternatieve rechtsgang die voor werknemers van EOO ter beschikking staat – een interne procedure bij de International Labour Organisation Administrative Tribunal (ILOAT) – vormt een toereikend alternatief, zodat het beroep van EOO op haar immuniteit niet disproportioneel is. Lees meer…

Geen doorbreking appelverbod indien cassatieberoep openstaat

Geen doorbreking appelverbod indien cassatieberoep openstaat

HR 27 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:112 (ING/Verweerders)

Tegen een beschikking van de rechter-commissaris op een verzoek tot verdeling van de executieopbrengst (art. 483 Rv) staat geen hoger beroep open (art. 490d Rv), maar wel cassatieberoep (art. 78 lid 1 RO jo. 398 sub 1 Rv). Het door verweerders op grond van de doorbrekingsgronden ingestelde hoger beroep was daarom niet-ontvankelijk. Lees meer…

Wet Bopz: verzoek om contra-expertise ten onrechte afgewezen

Wet Bopz: verzoek om contra-expertise ten onrechte afgewezen

HR 27 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:108

De rechter kan niet alleen een onderzoek door een deskundige bevelen over de vraag of bij betrokkene sprake is van een stoornis van de geestesvermogens, maar ook (onder meer) over de vragen of deze stoornis betrokkene gevaar doet veroorzaken en of het gevaar door tussenkomst van personen of instellingen buiten het psychiatrisch ziekenhuis kan worden afgewend (art. 48, lid 1 sub a Wet Bopz). Lees meer…

HvJEU-maatstaf voor “in het verkeer brengen” bij productaansprakelijkheid geldt ook bij onrechtmatigedaadsactie wegens een gebrekkig product

HvJEU-maatstaf voor “in het verkeer brengen” bij productaansprakelijkheid geldt ook bij onrechtmatigedaadsactie wegens een gebrekkig product

HR 13 januari 2017,  ECLI:NL:HR:2017:32

(i) Volgens vaste rechtspraak moet in het kader van een onrechtmatigedaadsactie (art. 6:162 BW) wegens een gebrekkig product worden onderzocht of de producent een product in het verkeer heeft gebracht dat schade veroorzaakt bij normaal gebruik voor het doel waarvoor het is bestemd (HR 22 september 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7239, NJ 2000/644).(ii) Ten aanzien van het “in het verkeer brengen” moet – in geval van een onrechtmatigedaadsactie – worden aangesloten bij de maatstaf voor productaansprakelijkheid van HvJEU 9 februari 2006, ECLI:EU:C:2006:93, NJ 2006/401 (O’Byrne/Sanofi), op grond waarvan een product in het verkeer is gebracht wanneer dit product het productieproces heeft verlaten en is opgenomen in het verkoopproces in een vorm waarin het aan het publiek wordt aangeboden voor gebruik of consumptie. Lees meer…

Vaststellingsovereenkomst in strijd met dwingend recht: alleen ter beëindiging van bestaande onzekerheid of geschil

Vaststellingsovereenkomst in strijd met dwingend recht: alleen ter beëindiging van bestaande onzekerheid of geschil

HR 6 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:19 (Blue Taxi/Stichting Sociaal Fonds Taxi)

Een vaststellingsovereenkomst is ook geldig als zij in strijd blijkt met dwingend recht. De vaststelling moet dan wel strekken ter beëindiging van een bestaande onzekerheid of een bestaand geschil. Als partijen met hun vaststellingsovereenkomst het dwingende karakter van dwingend recht willen ondermijnen, kunnen de vaststelling en de vaststellingsovereenkomst ongeldig respectievelijk nietig zijn wegens strijd met de goede zeden of openbare orde. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl