

Privaatrechtelijke toestemming voor gebruik water(bodem) afgeleid uit publiekrechtelijke ontheffing
HR 9 september 2012, LJN BX0736 (Hoogheemraadschap van Rijnland/X)
De publiekrechtelijke bevoegdheid van (de rechtsvoorganger van) het Hoogheemraadschap om ontheffing te verlenen van het verbod in de Keur voor het hebben van een steiger, moet worden onderscheiden van de privaatrechtelijke bevoegdheid toestemming te geven voor het gebruik van het water en de waterbodem waarop de steiger rust. In dit geval mocht de eigenaar van de steiger uit de mededeling die bij de ontheffing was gevoegd redelijkerwijs afleiden dat de privaatrechtelijke toestemming in de vergunning was vervat. Lees meer…

Bewijs van causaal verband tussen beroepsfout advocaat en schade
HR 9 november 2012, LJN BX0737
In deze procedure over de beroepsaansprakelijkheid van een advocaat wegens het nalaten een verweer te voeren in een eerdere procedure dienen andere eisen te worden gesteld dan de eisen die daarvoor zouden hebben gegolden in die eerdere procedure. Bij de waardering van het bewijs zal immers ook rekening moeten worden gehouden met de verschillen tussen beide procedures, waaronder het verschil in bewijsrisico en eventuele verschillen in bewijsmogelijkheden. Eiser dient aannemelijk te maken dat zijn verweer in de eerdere procedure zou zijn gehonoreerd. Lees meer…

Geen zuivere aanvaarding nalatenschap wanneer beschikking kantonrechter niet rechtsgeldig is betekend
HR 9 september 2012, ECLI:L:HR:2012:BX7468
Overschrijding van een termijn die de kantonrechter op grond van art. 4:192 lid 2 BW heeft gesteld voor zuivere aanvaarding van een nalatenschap heeft niet tot gevolg dat de erfgenamen worden geacht de nalatenschap zuiver te hebben aanvaard, indien niet vaststaat dat de beschikking waarin de kantonrechter die termijn heeft gesteld op rechtsgeldige wijze aan de erfgenamen is betekend. Lees meer…

Schending hoor en wederhoor door opvragen proces-verbaal van behandeling ter zitting en nalaten dit aan partijen te zenden
HR 9 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5882
Het hof heeft ambtshalve het proces-verbaal van de mondelinge behandeling bij de rechtbank opgevraagd. Daarom had het, gelet op het fundamentele belang van het beginsel van hoor en wederhoor, moeten nagaan of de rechtbank daarvan tevens een afschrift aan partijen had toegezonden, of had het zelf een afschrift aan partijen moeten zenden. Lees meer…

Berekening omvang klantenvergoeding bij einde agentuurovereenkomst (art. 7:442 BW)
HR 2 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9865 (T-Mobile/X)
De vaststelling van de klantenvergoeding als bedoeld in art. 7:442 BW verloopt in drie fasen. In de eerste fase moeten de voordelen die transacties met door de handelsagent aangebrachte klanten de principaal opleveren, worden gekwantificeerd. Vervolgens moet in de tweede fase beoordeeld worden of reden bestaat dit bedrag naar boven of beneden aan te passen met het oog op de billijkheid, gelet op alle omstandigheden van het geval en met name gelet op de door de handelsagent gederfde provisie. Ten slotte wordt in de derde fase getoetst of het uit de twee eerdere berekeningsfasen volgende bedrag het in lid 2 van art. 7:442 BW bedoelde maximumbedrag niet te boven gaat. Lees meer…

Ontbindende voorwaarde in arbeidsovereenkomst inzake beëindiging ID-regeling niet nietig
HR 2 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX0348
Een ontbindende voorwaarde, inhoudende dat een arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt op het moment dat de door de werkgever ontvangen loonkostensubsidie op grond van de (toenmalige) ID-regeling vervalt, is niet in strijd met het gesloten stelsel van het ontslagrecht. Lees meer…

Niet-ontvankelijkheid wegens niet(-tijdige) betaling griffierecht laat verschuldigdheid griffierecht onverlet
HR 2 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5578
1. Ook na een niet-ontvankelijkverklaring wegens niet(-tijdige) betaling van griffierecht blijft het griffierecht verschuldigd.
2. Een persoon die in privé failliet is verklaard, is geen griffierecht verschuldigd voor het opkomen tegen een beslissing van de rechter-commissaris.
3. Een verzetschrift inzake griffierecht hoeft niet door een advocaat te worden ingediend. Lees meer…

Omgangsregeling spermadonor met kind: wat is een nauwe persoonlijke betrekking?
HR 2 november 2012, LJN BX5798
Een biologische vader dient bijkomende omstandigheden te stellen en aannemelijk te maken waaruit kan worden afgeleid dat de nauwe persoonlijke betrekking tussen hem en het kind bestaat die op grond van art. 1:377a lid 1 BW is vereist voor de ontvankelijkheid van zijn verzoek tot omgang met het kind. Die bijkomende omstandigheden moeten gelegen zijn in hetzij de aard van zijn relatie met de moeder en in zijn betrokkenheid bij het kind voor en na de geboorte (in welk geval die omstandigheden moeten wijzen op voorgenomen gezinsleven), hetzij de band die na de geboorte tussen hem als vader en het kind is ontstaan. Lees meer…

Erkenning met oog op omzeiling van adoptieregels is strijdig met openbare orde
HR 2 november 2012, LJN BX6962
Een door een gehuwde Nederlandse man buitenslands verrichte erkenning, waarmee wordt beoogd de regelgeving op het gebied van de interlandelijke adoptie te omzeilen, is kennelijk in strijd met de openbare orde, ook al staat niet vast dat de man naar Nederlands recht onbevoegd was tot erkenning. Lees meer…

Herroeping wegens bedrog: herroepingstermijn en maatstaf voor heropening geding
HR 2 november 2012, LJN ECLI:NL:HR:2012:BW9877
De in art. 383 lid 1 Rv bedoelde termijn voor herroeping van een rechterlijke uitspraak begint in geval van vermeend bedrog te lopen zodra de partij die zich bedrogen acht bekend raakt met feiten en omstandigheden die een voldoende verdenking van bedrog opleveren, in die zin dat deze verdenking de heropening van het geding rechtvaardigt. Voor het heropenen van het geding op grond van art. 387 Rv is niet vereist dat bewezen is dat in het voorgaande geding bedrog is gepleegd. Lees meer…