Alle berichten met de tag: appartementsrechten


HR 24 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:286

(i) Art. 5:139 lid 2 BW is niet van toepassing op alle besluiten van een VvE tot wijziging van de splitsingsakte.
(ii) Om te kunnen vaststellen of de appartementseigenaar schade lijdt door de wijziging, moet de akte van splitsing van na de wijziging worden vergeleken met de akte van splitsing van voor de wijziging. De kosten voor het wijzigen van de akte kunnen daarbij onder omstandigheden ook worden aangemerkt als schade. (meer…)

HR 22 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:719

Het is aan de Vereniging van Eigenaren (VvE) te beslissen – met inachtneming van art. 5:136 lid 2 BW – op welke wijze het herstel zal plaatsvinden en wanneer en aan wie de verzekeringspenningen daartoe worden (door)betaald. Geschillen daarover kunnen op de voet van art. 5:138 BW op verzoek van de meest gerede partij aan de kantonrechter voorgelegd worden. Het verzoek moet alsdan worden gericht tegen de VvE. (meer…)

HR 27 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3422 (Onteigenden en hypotheekhouder/Gemeente Leusden)

De afzonderlijke onteigening van een appartementsrecht is niet mogelijk. De hypotheekhouder is niet een belanghebbende aan wie op de voet van art. 78 lid 2 Ow in verbinding met art. 3:13 lid 1 Awb het ontwerp van het onteigeningsbesluit moet worden toegezonden.  (meer…)

HR 1 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1078 (Eiser / VvE De Prinsenwerf)

Voor de vaststelling van hetgeen tot de privégedeelten respectievelijk tot de gemeenschappelijke gedeelten van een in appartementsrechten gesplitst gebouw behoort, mag slechts acht worden geslagen op de gegevens die voor derden uit of aan de hand van de in de openbare registers ingeschreven splitsingsstukken kenbaar zijn. Indien de ingeschreven splitsingsstukken voor verschillende uitleg vatbaar zijn, dient de rechter vast te stellen welke uitleg van deze stukken naar objectieve maatstaven het meest aannemelijk is.  (meer…)

HR 26 april 2013, LJN BZ0158 (SNS Bank/X c.s.)

Art. 3:264 BW maakt uitzondering op het beginsel “koop breekt geen huur” en geeft de hypotheekhouder het recht om een in de hypotheekakte opgenomen huurbeding ook aan de huurder tegen te werpen. Deze bepaling kan niet naar analogie worden toegepast op een huurbeding in een pandakte (betreffende het lidmaatschapsrecht van een flatcoöperatie), omdat – anders dan in geval van hypotheek – de kenbaarheid van dit huurbeding niet gewaarborgd wordt door verplichte inschrijving in de openbare registers. (meer…)

Cassatieblog.nl