Alle berichten met de tag: billijke vergoeding


HR 28 september 2018 ECLI:NL:HR:2018:1812

De verplichting voor de rechter om degene die ontbinding verzoekt gelegenheid te geven tot intrekking van het ontbindingsverzoek (art. 7:686a lid 6 BW) geldt uitsluitend indien een van de in art. 7:671b BW en art. 7:671c BW bedoelde vergoedingen wordt toegekend aan de verwerende partij. Die verplichting geldt derhalve niet in het geval waarin de rechter de werkgever niet veroordeelt tot betaling van een billijke vergoeding, maar wel tot betaling van de transitievergoeding. Het is de rechter in een dergelijk geval echter wel toegestaan de verzoeker de gelegenheid te geven zijn verzoek in te trekken, wat de rechter bijvoorbeeld kan doen door het geven van een voorwaardelijke beslissing waarbij de voorwaarde inhoudt dat het ontbindingsverzoek niet voor een bepaalde datum wordt ingetrokken. De rechter mag de voorwaardelijke beslissing echter niet ambtshalve geven, maar slechts indien deze beslissing is gevorderd of verzocht, dan wel in de vordering of het verzoek besloten ligt. (meer…)

HR 8 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:878 (verzoekster / Stichting Zinzia Zorggroep)

De gezichtspunten van de New Hairstyle-beschikking voor het bepalen van de billijke vergoeding van art. 7:681 lid 1, aanhef en onder a, BW zijn ook van toepassing voor een geval als het onderhavige, waarin de billijke vergoeding is gegrond op art. 7:671c lid 2, aanhef en onder b, BW. Ook daarbij gaat het uiteindelijk erom dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.  (meer…)

HR 8 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:857

De appelrechter is niet verplicht om de werknemer op grond van art. 7:683 lid 3 BW een billijke vergoeding toe te kennen, indien hij oordeelt dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ten onrechte heeft ontbonden en herstel niet in de rede ligt. Bij toekenning van de billijke vergoeding op deze grond is niet vereist dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding dient de rechter de omstandigheden van het geval in aanmerking te nemen, waaronder de gevolgen voor de werknemer van het verlies van de arbeidsovereenkomst en de (mate) van eventuele verwijtbaarheid van de werkgever. Daarnaast kunnen ook de (overige) gezichtspunten uit de New Hairstyle-beschikking (HR 30 juni 2017, ECLI:NL:2017:1187, NJ 2017/298, rov. 3.4.4 en 3.4.5, CB 2017-131) toepassing vinden. (meer…)

HR 16 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:220

Voor ontslag wegens een verstoorde arbeidsverhouding ex art. 7:669 lid 3 sub g BW (de ‘g-grond’) is niet vereist dat sprake is van enige mate van verwijtbaarheid aan de zijde van de werknemer. De omstandigheid dat de werkgever van de verstoring van de arbeidsverhouding een verwijt kan worden gemaakt, staat op zichzelf evenmin aan ontbinding op de g-grond in de weg. De toepasselijkheid van de wettelijke bewijsregels moet worden onderscheiden van de vraag of is voldaan aan de maatstaf dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, zodanig dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren (vgl. HR 16 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:182 (Decor) ten aanzien van de ontslaggrond disfunctioneren). (meer…)

HR 30 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1187

Al sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid houdt de billijke vergoeding de gemoederen bezig. De afgelopen twee jaar is nader uitgekristalliseerd welke situaties aanleiding geven voor toekenning van een billijke vergoeding en is ook de aanvankelijke onduidelijkheid tussen de billijke vergoedingen die op diverse plaatsen in de wet zijn verankerd opgehelderd. In alle situaties blijft echter de hamvraag: hoe hoog dient de billijke vergoeding te zijn? De jurisprudentie schiet nog alle kanten op. Zowel wat betreft de hoogte van de vergoedingen als wat betreft de motivering. Op 30 juni 2017 heeft de Hoge Raad zich nader over de billijke vergoeding uitgelaten. Krijgt de praktijk eindelijk handvatten voor de vaststelling van de billijke vergoeding? (meer…)

Cassatieblog.nl