Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: BW art. 7673 lid 7 onder c


HR 8 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:203

De werknemer verliest zijn recht op transitievergoeding indien het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van zijn ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Hiervan is slechts in uitzonderlijke gevallen sprake.
Bij de beoordeling of sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten dat tot het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst heeft geleid, zijn niet alle omstandigheden van het geval van belang, maar slechts de omstandigheden – waaronder ook persoonlijke omstandigheden van de werknemer – voor zover deze van invloed zijn op de verwijtbaarheid van het handelen of nalaten van de werknemer dat tot het ontslag heeft geleid.   (meer…)

HR 28 september 2018 ECLI:NL:HR:2018:1812

De verplichting voor de rechter om degene die ontbinding verzoekt gelegenheid te geven tot intrekking van het ontbindingsverzoek (art. 7:686a lid 6 BW) geldt uitsluitend indien een van de in art. 7:671b BW en art. 7:671c BW bedoelde vergoedingen wordt toegekend aan de verwerende partij. Die verplichting geldt derhalve niet in het geval waarin de rechter de werkgever niet veroordeelt tot betaling van een billijke vergoeding, maar wel tot betaling van de transitievergoeding. Het is de rechter in een dergelijk geval echter wel toegestaan de verzoeker de gelegenheid te geven zijn verzoek in te trekken, wat de rechter bijvoorbeeld kan doen door het geven van een voorwaardelijke beslissing waarbij de voorwaarde inhoudt dat het ontbindingsverzoek niet voor een bepaalde datum wordt ingetrokken. De rechter mag de voorwaardelijke beslissing echter niet ambtshalve geven, maar slechts indien deze beslissing is gevorderd of verzocht, dan wel in de vordering of het verzoek besloten ligt. (meer…)

Cassatieblog.nl