Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: faillissement


HR 4 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1954

Art. 6:88 lid 1, aanhef en onder a, BW bepaalt dat de tekortschietende schuldenaar aan de schuldeiser een redelijke termijn kan stellen om te laten weten welke van de hem ten dienste staande middelen hij wenst uit te oefenen. Maakt de schuldeiser geen keus, dan kan hij slechts aanspraak maken op de schadevergoeding waarop de tekortkoming recht geeft. Als de oorspronkelijke verbintenis van de schuldenaar aldus wordt omgezet in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding gaat die oorspronkelijke verbintenis teniet (art. 6:87 lid 1 BW). Als die verbintenis uit een wederkerige overeenkomst voortvloeit, blijft de schuldeiser gehouden zijn eigen prestatie te verrichten. Deze verbintenis ondergaat geen verandering. (meer…)

HR 5 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:351

Een faillissement kan alleen maar door de rechter worden uitgesproken. Een faillissement kan niet van rechtswege op grond van art. 350 lid 5 Fw intreden. Wijziging van een rechterlijke uitspraak buiten art. 31-32 Rv zou in strijd komen met het gesloten stelsel van rechtsmiddelen.  (meer…)

HR 10 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1243

Op grond van art. 23 Fw verliest een schuldenaar door faillietverklaring van rechtswege de beschikking en het beheer over zijn vermogen. In faillissement kan de schuldenaar nog wel in rechte optreden, maar een verweerder kan in dat geval op grond van art. 23 en art. 25 lid 1 Fw een beroep doen op de niet-ontvankelijkheid van de schuldenaar. Dat beroep moet voor het einde van het faillissement worden gedaan. Daarna komt verweerder geen beroep meer toe op niet-ontvankelijkheid van de schuldenaar. (meer…)

HR 17 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1310

Wanneer een rechtspersoon na faillietverklaring door insolventie is ontbonden en na vereffening van zijn vermogen in faillissement is opgehouden te bestaan, bestaat gedurende het tijdvak waarin de rechtspersoon is opgehouden te bestaan een grond voor verlenging van de verjaringstermijn als bedoeld in art. 3:320 BW. (meer…)

Cassatieblog.nl