HR 7 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:509, ECLI:NL:HR:2014:510, ECLI:NL:HR:2014:511
Een Advocaat-Generaal geeft geen blijk van ‘onbehoorlijk gedrag’ in de zin van art. 13f, eerste lid, Wet RO wanneer hij een opiniërend artikel schrijft waaraan geen verder reikende strekking toekomt dan als tot debat prikkelende uiting, die bovendien onvoldoende verband houdt met de merites van een concreet geschil waarbij de klagers betrokken zijn of kunnen zijn. Onder die omstandigheden wordt aan het gezag van of het vertrouwen in de rechtspraak geen afbreuk gedaan en is de vrees van klagers voor een negatieve invloed van de uiting op mogelijke procedures waarin zij betrokken zijn, niet gerechtvaardigd. (meer…)