In cassatie is de vraag aan de orde of het hof voldoende heeft gemotiveerd dat het risico dat een werknemer het verzoek tot waardeoverdracht van zijn pensioen na de overnamedatum zou doen, waartoe hij door de voordien gedane aanvraag de mogelijkheid had, niet valt onder de bij de overname gegeven garanties omtrent pensioenverplichtingen en eigen vermogen van de vennootschap.(meer…)
HR 21 juni 2013, LJN BZ5346 (Beheer- en Beleggingsmaatschappij De Molensteen B.V./X c.s.)
Art. 7:368 en 7:369 lid 2 BW strekken ertoe dat de pachter aan de hand van de in de opzegging vermelde gronden kan bepalen of hij in de opzegging wil berusten, dan wel het op een procedure wil laten aankomen. Oordeel hof dat standpunt van verpachter in beëindigingsprocedure (ongeoorloofde) aanvulling vormt op in de opzegging vermelde grond, is onjuist noch onbegrijpelijk. (meer…)
CB 2013-121
Geplaatst op 26 juni 2013
door Karlijn Teuben
HR 21 juni 2013, LJN BZ8317 (Erven X/Verzekeraars)
(1) De arresten van het hof in deze zaak zijn op dezelfde dag door dezelfde rechter tussen dezelfde partijen gewezen en beide zaken hangen voldoende met elkaar samen om gezamenlijk door de rechter te worden behandeld en beslist. In een dergelijk geval is het toegestaan om bij één dagvaarding een rechtsmiddel aan te wenden.
(2) Een ontslag van instantie heeft, evenals een verval van instantie, tot gevolg dat de gehele instantie vervalt, inclusief eventuele tussenuitspraken en de daarin vervatte bindende eindbeslissingen. Dat is slechts anders voor zover reeds een (gedeeltelijke) einduitspraak (een deeluitspraak) is gedaan. (meer…)
Bij de beoordeling van de hoogte van de schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag (art. 6:781 BW) mocht het hof rekening houden met de gefixeerde schadevergoeding die wegens onregelmatig ontslag (art. 7:677 BW jo art. 6:780 BW) was toegekend. (meer…)
HR 21 juni 2013, LJN BZ1705 (Hamm q.q./Staat en Ontvanger)
Indien een besluit wordt ingetrokken zonder de mededeling dat dit geschiedt omdat het besluit onjuist is, en het bestuursorgaan ook anderszins niet erkent dat een besluit onrechtmatig is, hangt het af van de redenen voor intrekking of herroeping en de omstandigheden waaronder het primaire besluit tot stand is gekomen, of dat besluit onrechtmatig is in de zin van art. 6:162 BW en, zo ja, of de onrechtmatige daad aan het bestuursorgaan kan worden toegerekend. De onrechtmatigheid is wel gegeven indien het ingetrokken of herroepen besluit berust op een onjuiste uitleg van de wet. (meer…)
Wij maken gebruik van cookies voor webanalyse en social media sharing. Google Analytics analyseert met behulp van cookies hoe de website wordt gebruikt. Daarnaast toont deze blog knoppen om informatie te delen op sociale media. Deze knoppen worden enkel weergegeven als u toestemming geeft cookies te plaatsen op uw computer. Meer informatie vindt u in onze privacyverklaring .