Ketenregeling kan niet worden omzeild door op voorhand vaststellingsovereenkomst te sluiten
HR 9 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:39
Op grond van art. 7:900 lid 1 BW kan rechtsgeldig een vaststellingsovereenkomst worden gesloten ter voorkoming van een toekomstig geschil. Art. 7:902 BW brengt echter mee dat de vaststelling alleen in strijd mag komen met dwingend recht indien deze strekt ter beëindiging van een reeds bestaand geschil. Anders zou het mogelijk zijn om bij vaststellingsovereenkomst de werking van (semi-)dwingend recht – in casu de ‘ketenregeling’ van art. 7:668a BW – op voorhand uit te sluiten, en daarmee het (semi-)dwingende karakter daarvan op ontoelaatbare wijze te ondermijnen. (meer…)
Ook schulden waarop niet wordt afgelost tellen in beginsel mee bij vaststelling draagkracht
HR 9 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:40
Bij de bepaling van de draagkracht van de alimentatieplichtige zijn in beginsel alle schulden van belang, ook schulden waarop niet wordt afgelost. De rechter kan redenen aanwezig achten om in afwijking van deze regel aan bepaalde schulden geen of minder gewicht toe te kennen, maar hij dient dit oordeel ook te motiveren. (meer…)
Exploitatieovereenkomst en kostenverhaal
HR 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3532 (X/Gemeente Reusel-De Mierden)
1. Een exploitatieovereenkomst die is gesloten onder de WRO (oud), waarbij de geldende exploitatieverordening niet in acht is genomen, is nietig wegens strijd met de openbare orde. 2. Kosten die gemaakt zijn bij het verrichten van prestaties op grond van de (nietige) exploitatieverordening kunnen worden verhaald op grond van art. 6:210 lid 2 BW, waarbij de aanspraak beperkt is tot het laagste van de bedragen die voortvloeien uit respectievelijk de juiste toepassing van de exploitatieverordening en de marktwaarde van de verrichte prestatie. 3. Bij de beoordeling of en in hoeverre de vergoedingsplichtige aan de benadeelde kan tegenwerpen dat deze de schade niet heeft beperkt, moet ook in aanmerking worden genomen dat het aan het handelen of nalaten van de vergoedingsplichtige is te wijten dat de benadeelde in de situatie is beland die tot schadebeperking noodzaakt. (meer…)
Zorgverzekering: slechts bij hoge uitzondering vergoeding van zorg buiten het verzekerde basispakket mogelijk
HR 19 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3679 (VGZ/Verweerders)
Een zorgverzekeraar kan in beginsel niet worden verplicht tot het verstrekken of vergoeden van zorg die geen deel uitmaakt van het verzekerde basispakket. De dwingendrechtelijke beperking van de dekking tot het verzekerd pakket berust immers op een uitdrukkelijk gemaakte afweging van de wetgever. De rechter kan in die afweging in beginsel niet treden, tenzij het resultaat daarvan in strijd zou komen met rechtstreeks werkend internationaal recht. Als echter sprake is van bijzondere omstandigheden die niet zijn verdisconteerd in de afweging van de wetgever, kan dit aanleiding geven tot een andere uitkomst dan waartoe strikte toepassing van de wet leidt. Dergelijke bijzondere omstandigheden kunnen slechts bij hoge uitzondering worden aangenomen. (meer…)
Voor nietigheid wegens strijd met goede zeden is onzedelijke strekking van de overeenkomst voldoende
HR 19 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3650
Voor nietigheid van een rechtshandeling wegens strijd met de goede zeden op de grond dat deze strekt tot benadeling van schuldeisers, is – anders dan bij de rechtsgevolgen van paulianeus of onrechtmatig handelen – niet vereist dat ten tijde van het aangaan van de rechtshandeling vaststaat of aannemelijk is dat schuldeisers daadwerkelijk (zullen) worden benadeeld. (meer…)
Recente berichten
- Geen belang bij cassatie niet-dragend oordeel
- Bananenhandel en bewijsaanbod: wanneer is voldoende gesteld om tot getuigenbewijs te worden toegelaten?
- De gevolgen van het niet naleven van het Didam-arrest
- Cassatievlog #114 | De gevolgen van het handelen in strijd met Didam en de publicatieplicht
- Recht op vergoeding van in buitenland verleende geneeskundige zorg
- Uitleg van onduidelijke werkingssfeerbepaling
- Cassatievlog #113 | Voor inbezitneming van ‘publieke grond’ geldt geen afzonderlijke maatstaf
- WHOA-akkoord kan rechten schuldeisers wel beperken, maar bestaande verplichtingen van schuldeisers niet wijzigen
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (326)
- Arbeidsrecht (225)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (66)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (86)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (90)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (198)
- Intellectuele-eigendomsrecht (114)
- Internationaal privaatrecht (80)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (176)
- Pensioenrecht (23)
- Personen- en familierecht (207)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (26)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (134)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (837)
- Strafrecht (6)
- Verbintenissenrecht (289)
- Vermogensrecht algemeen (85)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (76)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (118)