Is een beding dat een wettelijke verjarings- of vervaltermijn verkort onredelijk bezwarend?
HR 27 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:531
Art. 6:236, aanhef en onder g, BW (zwarte lijst) regelt dat een beding in algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is als het beding de wettelijke verjarings- of vervaltermijn waarbinnen de consument enig recht geldend moet maken verkort tot een termijn van minder dan één jaar. Bedingen die een wettelijke verjarings- of vervaltermijn verkorten tot een termijn van één jaar of meer, vallen niet onder de zwarte lijst en kunnen alleen getoetst worden aan de open norm uit art. 6:233 aanhef en onder a, BW. Alle overige vervalbedingen, waaronder vervalbedingen die een wettelijke verjaringstermijn vervangen, vallen onder art. 6:237, aanhef en onder h, BW (grijze lijst). Die bedingen worden vermoed onredelijk bezwarend te zijn. (meer…)
Beperking duur partneralimentatie zonder daartoe strekkend verzoek
HR 27 maart 2020 ECLI:NL:HR:2020:535
Een beperking van de duur van een alimentatieverplichting zonder dat daarom door één van de echtgenoten is verzocht is in strijd met artikel 1:157 lid 3 BW NA. (meer…)
Beperkt toepassingsbereik van eis inschrijving in rechtsmiddelenregister
HR 27 maart ECLI:NL:HR:2020:538
De eis van inschrijving in het rechtsmiddelenregister (binnen acht dagen, op straffe van niet-ontvankelijkheid, art. 3:301 lid 2 BW) geldt slechts voor gevallen waarin de bestreden uitspraak op het moment dat het rechtsmiddel wordt ingesteld, daadwerkelijk in de plaats van de akte van levering is getreden of nog kan treden. (meer…)
Voortaan ook na een tussenuitspraak mededelingsplicht voor gerechten over rechterswissel
HR 20 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:472
Indien na de mondelinge behandeling een of meer rechters ten overstaan van wie de behandeling heeft plaatsgevonden worden vervangen, dient het gerecht dit vóór de eerstvolgende uitspraak mee te delen aan partijen. Dit geldt voor elke uitspraak waarin een rechter ten overstaan van wie de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden wordt vervangen, ook als die vervanging pas plaatsvindt ná een eerst op de mondelinge behandeling gevolgde tussenuitspraak. Het is dus niet langer aan partijen om vanaf de eerste uitspraak na de mondelinge behandeling navraag bij het gerecht te doen over een mogelijke rechterswisseling. (meer…)
Vordering in reconventie tegen afzonderlijke vennoten vof
HR 20 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:485
Een reconventionele vordering kan alleen worden ingesteld tegen een processuele wederpartij. Indien de afzonderlijke vennoten van een vof geen partij zijn bij de procedure kan tegen hen dus geen reconventionele vordering worden ingesteld. Een partij kan de rechter wel verzoeken om de vennoten op grond van art. 118 Rv in het geding te betrekken. Daarnaast oordeelt de Hoge Raad in dit arrest dat de herkansingsfunctie van een hoger beroep meebrengt dat een partij in hoger beroep voor het eerst een verweer mag voeren of een bepaalde stelling mag innemen, ook als zij in eerste aanleg daarmee strijdige verweren of stellingen heeft (aan)gevoerd. Deze regel is echter niet onbegrensd. Onder omstandigheden kan een partij het recht daartoe hebben verwerkt, zodat het inroepen van een nieuwe stelling of een nieuw verweer naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Of daarvan sprake is, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. (meer…)
Recente berichten
- Geen belang bij cassatie niet-dragend oordeel
- Bananenhandel en bewijsaanbod: wanneer is voldoende gesteld om tot getuigenbewijs te worden toegelaten?
- De gevolgen van het niet naleven van het Didam-arrest
- Cassatievlog #114 | De gevolgen van het handelen in strijd met Didam en de publicatieplicht
- Recht op vergoeding van in buitenland verleende geneeskundige zorg
- Uitleg van onduidelijke werkingssfeerbepaling
- Cassatievlog #113 | Voor inbezitneming van ‘publieke grond’ geldt geen afzonderlijke maatstaf
- WHOA-akkoord kan rechten schuldeisers wel beperken, maar bestaande verplichtingen van schuldeisers niet wijzigen
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (326)
- Arbeidsrecht (225)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (66)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (86)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (90)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (198)
- Intellectuele-eigendomsrecht (114)
- Internationaal privaatrecht (80)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (176)
- Pensioenrecht (23)
- Personen- en familierecht (207)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (26)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (134)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (837)
- Strafrecht (6)
- Verbintenissenrecht (289)
- Vermogensrecht algemeen (85)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (76)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (118)