Selecteer een pagina

Alle berichten van: Claire Wiltink


HR 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:309 (Gemeente Heusden/Verweerders)

(1) Voor het in art. 3:105 BW bedoelde gevolg van voltooiing van de verjaringstermijn van art. 3:314 lid 2 BW is voldoende dat bij de niet-rechthebbende sprake is van bezit dat voldoet aan de door de wet gestelde eisen. Het is niet vereist dat de rechthebbende daadwerkelijk kennis had van de bezitsdaden van de niet-rechthebbende waardoor zijn bezit is tenietgegaan. (2) De bezitter te kwader trouw die door de werking van art. 3:105 BW eigenaar is geworden, kan blootstaan aan een vordering uit onrechtmatige daad van de (voormalige) rechthebbende die zijn eigendom aan hem heeft verloren. (meer…)

HR 3 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:139

De door het hof aan de pensioentoezegging gegeven uitleg, die uitgaat van “fiscaal rationeel handelen” van partijen, is hetzij in strijd met de CAO-norm, hetzij onbegrijpelijk in het licht van de tekst van de toezegging. Daaruit blijkt namelijk niet dat de pensioenaanspraak is beperkt tot de situatie dat de ondernemer zou overlijden na zijn pensioendatum en evenmin dat fiscale overwegingen een rol hebben gespeeld bij de toezegging. (meer…)

HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:276

Onroerende zaken verkregen krachtens Italiaans erfrecht vallen, ingeval er geen uitsluitingsclausule is gemaakt, op grond van art. 1:94 lid 2 BW in de Nederlandse huwelijksgoederengemeenschap. De enkele omstandigheid dat het op de erfrechtelijke verkrijging toepasselijke buitenlandse recht niet een algehele gemeenschap van goederen als huwelijksvermogensregime kent of tot uitgangspunt neemt, maakt toepassing van deze regel nog niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. (meer…)

HR 10 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:208 (Verzoeker/New India)

Wanneer een zaak geheel verloren gaat doordat herstel niet mogelijk is of economisch onverantwoord, lijdt de benadeelde een verlies gelijk aan de waarde van de zaak. Ingeval een auto total loss wordt verklaard, kan dan ook aanspraak worden gemaakt op een vergoeding van de marktwaarde van de auto ten tijde van het verlies. Hiermee wordt recht gedaan aan het uitgangspunt dat de benadeelde zoveel mogelijk in de positie moet worden gebracht waarin hij zonder schadeveroorzakende gebeurtenis zou hebben verkeerd.   (meer…)

HR 27 januari 2016, ECLI:NL:HR:2017:111

Indien feiten en omstandigheden op grond waarvan tussentijdse beëindiging op grond van art. 350 lid 3 aanhef en onder f Fw heeft plaatsgevonden, reeds in stukken aan de rechtbank zijn voorgelegd, moet ervan worden uitgegaan dat die feiten en omstandigheden in die uitspraak zijn verdisconteerd. Dit wordt niet anders door de omstandigheid dat er bij de rechtbank geen mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. (meer…)

Cassatieblog.nl