Selecteer een pagina

Alle berichten van: Claire Wiltink


HR 20 september 2019 ECLI:NL:HR:2019:1408

In deze zaak draait het om de vraag of een (tussen)arrest dat is uitgesproken op naam van een raadsheer die op dat moment al was gedefungeerd rechtsgeldig is gewezen. Hoofdregel is dat een vonnis, beschikking of arrest is gewezen als alle rechters die over de zaak oordelen de volledige tekst daarvan hebben vastgesteld. Nu het in deze zaak (nog) niet duidelijk is of de volledige tekst van het (tussen)arrest voor of na het defungeren van een van de raadsheren is vastgesteld heeft de Hoge Raad de zaak aangehouden en het hof op grond van art. 83 Wet RO verzocht om nadere inlichtingen. (meer…)

HR 19 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1279

Tegen de verbetering van een kennelijke fout in een uitspraak staat op grond van artikel 31 lid 4 Rv geen voorziening open. Een cassatieberoep tegen een verbeteringsbeschikking is desondanks ontvankelijk als wordt aangevoerd dat de rechter buiten het toepassingsgebied van art. 31 Rv is getreden. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als er debat mogelijk is over de ‘fout’ in de uitspraak en er dus geen sprake is van een kennelijke fout die zich eenvoudig voor herstel leent. Daarnaast dient een rechter partijen altijd in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over een verbetering van de uitspraak. Dat is ten onrechte niet gebeurd in deze zaak. (meer…)

HR 19 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1276

In het licht van wat partijen over en weer hebben aangevoerd heeft het hof niet voldoende gemotiveerd waarom het in het eindarrest is afgeweken van de motivering uit het tussenarrest. Dat het hof niet gebonden was aan de in het tussenarrest neergelegde overwegingen, nu daarin geen bindende eindbeslissingen waren vervat, doet daar niet aan af. Als het hof in het eindarrest een andere richting wilde inslaan dan in het tussenarrest, had het moeten toelichten waarom daarvoor is gekozen. (meer…)

HR 21 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:1022

Artikel 5:130 lid 2 BW bepaalt dat een verzoek tot vernietiging van een besluit van een VvE binnen een maand moet worden gedaan ná de dag waarop verzoeker van het besluit kennis heeft genomen of kennis heeft kunnen nemen. In deze zaak heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op de vraag wanneer voornoemde termijn van een maand gaat lopen. Kort gezegd, hangt dat af van de omstandigheden van het geval. Als het gebruikelijk is dat de besluiten van een VvE worden verspreid (bijv. per e-mail) vangt de termijn aan vanaf het moment waarop die bekendmaking heeft plaatsgevonden. Is het niet gebruikelijk dat de besluiten worden verspreid, dan mag van een verzoeker in beginsel worden verwacht dat hij binnen een week na de vergadering informatie inwint over de besluiten. De termijn uit artikel 5:130 lid 2 BW begint dan te lopen uiterlijk op de dag na het einde van die week. (meer…)

HR 17 mei 2019 ECLI:NL:HR:2019:744

Een accountantskantoor dient bij het uitvoeren van werkzaamheden de in het maatschappelijk verkeer vereiste zorgvuldigheid in acht te nemen. Die in acht te nemen zorgvuldigheid wordt mede bepaald door de gedrags- en beroepsregels voor accountants. Dat de Nederlandse gedrags- en beroepsregels formeel niet in Aruba gelden, betekent niet dat die regels geen rol spelen voor Arubaanse accountants. De normen uit de Nederlandse gedrags- en beroepsregels geven invulling aan hetgeen – ook in Aruba – volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. (meer…)

Cassatieblog.nl