Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: vernietiging arbitraal vonnis


HR 17 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:422 en HR 24 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:438

Een arbitraal vonnis kan onder meer worden vernietigd als het scheidsgerecht zich niet aan zijn opdracht heeft gehouden. De vernietigingsrechter diende in de voorliggende zaak te onderzoeken of het scheidsgerecht bij zijn beslissing over het beroep op art. 1059 Rv (gezag van gewijsde) de correcte maatstaf heeft aangelegd, maar niet op welke wijze en met welk resultaat het dat heeft gedaan. Gedeeltelijke vernietiging is alleen mogelijk als de arbitrale uitspraak verschillende beslissingen bevat die niet onverbrekelijk samenhangen en zich daarom lenen voor afzonderlijke vernietiging, terwijl de rest van de uitspraak een samenhangend geheel blijft. (meer…)

HR 5 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1645

De Hoge Raad heeft de arresten van het Hof Den Haag in de zaak tussen Yukos en de Russische Federatie vernietigd. Het hof had miskend dat stellingen over gepleegd bedrog in de arbitrage niet alleen naar voren kunnen worden gebracht in een herroepingsprocedure, maar ook in een vernietigingsprocedure zoals de onderhavige.

(meer…)

HR 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1171

Een arbitraal vonnis dat op meerdere zelfstandig dragende gronden berust, kan alleen worden vernietigd als met succes vernietigingsgronden zijn gericht tegen al die gronden.  (meer…)

HR 4 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1952

Op grond van artikel 1066 lid 2 (oud) Rv kan de tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis worden geschorst. Bij de beslissing op dat schorsingsverzoek moet de rechter zich een voorlopig oordeel vormen over de vordering tot vernietiging van het arbitrale vonnis en daarnaast de belangen van partijen afwegen. Dat leidt er in deze zaak toe dat de tenuitvoerlegging van de arbitrale vonnissen tussen Yukos en de Russische Federatie niet wordt geschorst. (meer…)

HR 21 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:1022

Artikel 5:130 lid 2 BW bepaalt dat een verzoek tot vernietiging van een besluit van een VvE binnen een maand moet worden gedaan ná de dag waarop verzoeker van het besluit kennis heeft genomen of kennis heeft kunnen nemen. In deze zaak heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op de vraag wanneer voornoemde termijn van een maand gaat lopen. Kort gezegd, hangt dat af van de omstandigheden van het geval. Als het gebruikelijk is dat de besluiten van een VvE worden verspreid (bijv. per e-mail) vangt de termijn aan vanaf het moment waarop die bekendmaking heeft plaatsgevonden. Is het niet gebruikelijk dat de besluiten worden verspreid, dan mag van een verzoeker in beginsel worden verwacht dat hij binnen een week na de vergadering informatie inwint over de besluiten. De termijn uit artikel 5:130 lid 2 BW begint dan te lopen uiterlijk op de dag na het einde van die week. (meer…)

Cassatieblog.nl