Selecteer een pagina

Alle berichten van: Femke Ruitenbeek-Bart


HR 22 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1297

Beschikking over een onverdeeld aandeel in een gedeelte van een gemeenschappelijk stuk grond is niet mogelijk zonder dat dit gedeelte door aanwijzing wordt geïndividualiseerd. Nu die aanwijzing in casu niet heeft plaatsgevonden, waren de mede-eigenaren niet bevoegd tot vervreemding van hun onverdeelde aandeel in het gedeelte van de gemeenschappelijke grond zonder instemming van alle deelgenoten. (meer…)

HR 10 april 2014, ECLI:NL:HR:2015:927

De aanhangigheid van het geding (125 lid 5 Rv) vervalt niet indien (1) de (appel)dagvaarding oproept te verschijnen tegen een foutieve verschijndag, (2) het exploot waarmee deze omissie werd hersteld niet tijdig is aangebracht, maar (3) een tweede – rechtsgeldig – herstelexploot is uitgebracht binnen twee weken na de oorspronkelijk aangezegde (foutieve) verschijndag. (meer…)

HR 1 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1194 (Çukurova/Sonera)

Het asymmetrische rechtsmiddelenverbod bij de exequaturprocedure betreffende arbitrale vonnissen geldt ook bij buitenlandse arbitrale vonnissen, tenzij zich een doorbrekingsgrond voordoet of de asymmetrie tot schending van art. 6 EVRM leidt. Van schending van art. 6 EVRM is geen sprake als weliswaar geen rechtsmiddel tegen het verlof openstaat, maar in het land van arbitrage wel een vernietigingsprocedure openstaat (HR 25 juni 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM1679). Hebben partijen afstand gedaan van die vernietigingsmogelijkheid door de overheidsrechter, dan levert handhaving van het asymmetrische verbod geen schending van art. 6 EVRM op. (meer…)

HR 24 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1140

Een incidentele vordering moet worden toegelicht bij het instellen daarvan. De mogelijkheid van een reactie op de conclusie van de Advocaat-Generaal biedt geen gelegenheid voor een (nadere) toelichting. Voorwaarde voor toewijzing van een vordering tot zekerheidstelling is dat het belang van degene die daarom vraagt zwaarder weegt dan het belang van de wederpartij bij het achterwege blijven ervan (vgl. HR 30 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC5012 (Newbay / Staat)). (meer…)

HR 17 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1077 (NRSL/Kompas)

(1) De Nederlandse rechter is steeds bevoegd om kennis te nemen van een verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging in Nederland van een in het buitenland verkregen arbitraal vonnis. Dit oordeel behoeft (dus) geen motivering. (2) Verjaring of verval van de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis in het land waarin dat vonnis gewezen is, is geen grond voor weigering ex art. 1076 Rv en brengt niet mee dat erkenning of tenuitvoerlegging daarvan strijdig is met de openbare orde. (meer…)

Cassatieblog.nl