Selecteer een pagina

Alle berichten van: Femke Ruitenbeek-Bart


HR 28 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:36 (Lippens c.s./Kortekaas c.s.)

Vervolg op HR 1 april 2011 en HvJ EU 6 september 2012, C170/11 (Lippens/Kortekaas). De EU-Bewijsverordening is niet exclusief, dus het staat de Nederlandse rechter vrij om een buitenlandse (partij-)getuige voor het Nederlandse gerecht te laten horen. Het oordeel van het hof dat de beslissing om gedaagden in Nederland als getuige te laten horen niet in strijd is met het recht op fair trial (art. 6 EVRM) is niet onjuist of ontoereikend gemotiveerd. (meer…)

HR 21 juni 2013, LJN BZ5360 (Kwik-Fit/X)

Bij de beoordeling van de hoogte van de schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag (art. 6:781 BW) mocht het hof rekening houden met de gefixeerde schadevergoeding die wegens onregelmatig ontslag (art. 7:677 BW jo art. 6:780 BW) was toegekend. (meer…)

HR 14 juni 2013, LJN BZ0520 (Gemeente Horst aan de Maas/X)

Mede gelet op de rechtszekerheid dient uit een besluit zelf duidelijk te zijn welke voorwaarden daaraan zijn verbonden, zodat voor een belanghebbende duidelijk is of hij bezwaar moet maken, teneinde te voorkomen dat de voorwaarde (hier: de betalingsverplichting), als onderdeel van het besluit, formele rechtskracht krijgt. Dat in de ruimtelijke onderbouwing bij het vrijstellingsbesluit wordt verwezen naar de bevoegdhedenovereenkomst waarin de betalingsverplichting is overeengekomen, brengt niet mee dat deze betalingsverplichting rechtens geacht moet worden deel uit te maken van dat besluit of dat het besluit in die zin moet worden uitgelegd. (meer…)

HR 7 juni 2013, LJN BZ3670 (Wasserij De Blinde en Phrontos/Achmea Schadeverzekeringen)

De enkele omstandigheid dat de verzekeraar niet heeft gemotiveerd dat en waarom hij – bij overgang van het verzekerde belang – de nieuwe verzekerde zou hebben geweigerd, als deze tijdig om voortzetting van de verzekering zou hebben verzocht, is onvoldoende om een beroep op beëindiging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar te doen zijn. Het hof heeft echter geen kenbare aandacht besteed aan de overige, door de (nieuwe) verzekerde aangevoerde omstandigheden en dus is zijn beslissing onvoldoende gemotiveerd. (meer…)

Cassatieblog.nl