Alle berichten van: Juliette Fluttert


HR 8 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1438

Voor een rechterlijke grensbepaling, zoals neergelegd in artikel 5:47 BW, is plaats indien geen van de partijen zich beroept op een bepaalde loop van de grens of, voor zover wel van zo’n beroep sprake is, de gestelde loop van de grens niet kan worden bewezen. (meer…)

HR 24 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1311

(1) De omstandigheid dat in cassatie bij vergissing de bewindvoerder niet mede is gedagvaard, leidt in dit geval niet tot niet-ontvankelijkheid. Eiseres mag de bewindvoerder op grond van art. 118 Rv alsnog oproepen. (2) Kantoorbetekening op grond van art. 63 Rv is ook mogelijk bij het oproepen van curatoren en bewindvoerders in de zin van art. 52 Rv. (meer…)

Hoge Raad 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1087

1. De aanhangigheid van het kort geding komt in beginsel te vervallen door een mededeling van de eiser aan de gedaagde, strekkende tot intrekking van het kort geding, tenzij gedaagde tijdig aan de eiser en de voorzieningenrechter mededeelt dat het geding desondanks doorgang dient te vinden omdat hij een beslissing omtrent de proceskosten verlangt. 2. Art. 1019h Rv is ook in (ingetrokken) kort gedingen in IE-zaken van toepassing. De kosten die gemaakt worden ter vaststelling van de proceskosten van het ingetrokken geding vallen echter niet onder het bereik van dit artikel. 3. Art. 9.1 van het Procesreglement kort gedingen is onverbindend. De Hoge Raad stelt een overgangsmaatregel in voor de periode van drie maanden na datum arrest. (meer…)

HR 2 mei 2016, ECLI:NL:HR:2016:920

Ambtshalve peremptoir gesteld na zeven aanhoudingen voor grieven onttrekt de advocaat van appellant zich. Het hof verleent direct akte niet-dienen. Daarmee heeft het hof het art. 6.2 en 6.3 van het pilotreglement geschonden: het hof had uitstel moeten verlenen wegens de onttrekking. (meer…)

HR 8 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:606

Bij overschrijding van de eenmalige termijn op grond van het Pilotreglement van het hof Amsterdam moet de door de goede procesorde vereiste belangenafweging leiden tot het verlenen van een termijn van veertien dagen om het verzuim te herstellen. De rolraadsheer moet deze afweging ambtshalve maken, op het moment dat hij constateert dat niet op de eerste daartoe bepaalde datum van grieven is gediend, ook als appellant niet heeft verzocht om alsnog van grieven te mogen dienen.  (meer…)

Cassatieblog.nl