Alle berichten van: Kasper Jansen


HR 21 september 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW5879 (ACI c.s./Thuiskopie en SONT)

Richtlijnconforme uitleg van art. 16c Auteurswet, inzake de thuiskopieregeling. Indien de tekst van de wettelijke regeling een richtlijnconforme uitleg toelaat en uit de totstandkomingsgeschiedenis niet blijkt dat de nationale wetgever iets anders voor ogen heeft gestaan dan het getrouw omzetten van de richtlijn, kan de nationale rechter niet vanwege de totstandkomingsgeschiedenis met een beroep op het rechtszekerheidsbeginsel afzien van de verplichting tot richtlijnconforme interpretatie. De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie over toepassing van de thuiskopieregeling op illegale downloads. (meer…)

HR 10 augustus 2012, LJN BW4986

De aard van een huurovereenkomst brengt, mede gelet op art. 7:201 lid 1 BW, mee dat de in de huurovereenkomst bepaalde tegenprestatie van de huurder is verschuldigd vanaf het moment waarop de verhuurder het gehuurde aan de huurder in gebruik heeft verstrekt, tenzij partijen anders zijn overeengekomen. (meer…)

HR 13 juli 2012, LJN BW4986

Ingevolge art. 6:94 lid 1 BW kan een bedongen boete door de rechter op verzoek van de schuldenaar worden gematigd indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist. Deze maatstaf noopt de rechter tot terughoudendheid. Er is geen grond om minder terughoudend te zijn in geval van koop en verkoop van een woning tussen particulieren.  (meer…)

HR 29 juni 2012, LJN BW1981 (Melfund/Wagram)

Indien de door gedaagde tegen een bepaalde uitleg van de overeenkomst aangevoerde verweren vooralsnog niet inhoudelijk zijn beoordeeld is de uitleg waartoe de rechter voorshands, uitgaande van de meest voor de hand liggende taalkundige betekenis van de bewoordingen van de overeenkomst, is gekomen vatbaar voor tegenbewijs door de gedaagde. Aan diens aanbod tot tegenbewijs mogen in dat geval in beginsel geen bijzondere eisen worden gesteld.  (meer…)

HR 22 juni 2012, LJN BW4006 (Pharmachemie/Glaxo)

Het begrip “aanbieden” in art. 53 lid 1 ROW 1995 moet ruim worden opgevat. Het staat een geneesmiddelenproducent niet vrij om, nog voor het verstrijken van de geldigheidsduur van een octrooi op een bepaald geneesmiddel, bekend te maken dat hij op afzienbare termijn op de markt komt met een generieke variant daarvan. Een vordering tot vergoeding van proceskosten op de voet van art. 1019h Rv kan ook zonder tijdige specificatie worden toegewezen, als de wederpartij heeft laten weten geen opmerkingen te hebben over het (te laat) gespecificeerde bedrag. (meer…)

Cassatieblog.nl