Selecteer een pagina

Alle berichten van: Maarten Jansen


HR 3 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:2808 (X B.V. c.s. / mr. Krol q.q.)

In de verzetprocedure ex art. 184 Fw e.v. kan niet worden teruggekomen van een beslissing van de rechter-commissaris om een schuldvordering op de lijst van erkende schuldeisers te plaatsen, nu dit een beschikking is als bedoeld in art 67 lid 1 Fw, waartegen hoger beroep openstaat. (meer…)

HR 27 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2790 (X/Encare B.V.)

Nu het hof het beroep van eiser op de verrekeningsafspraak alsnog verwierp, had het de overige door eiser aan zijn verweer ten grondslag gelegde, maar door de rechtbank onbesproken gelaten stellingen dienen te beoordelen. Dit heeft het hof niet, althans ontoereikend gemotiveerd, gedaan met de overweging dat eiser geen feiten of omstandigheden heeft gesteld die op grond van de devolutieve werking van het appel aan de orde zouden moeten komen en tot een ander oordeel zouden kunnen leiden. (meer…)

HR 8 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2269 (Rosbeek q.q. / BNP Paribas Fortis)

De Hoge Raad stelt vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) over de toepasselijkheid van de uitzondering van de art. 1 lid 2 aanhef en onder b van EEX-Verordening op de vordering tot schadevergoeding die de curator (handelend op grond van de hem in art. 68 lid 1 Fw gegeven opdracht) namens de gezamenlijke schuldeisers instelt tegen een derde die jegens de schuldeisers onrechtmatig heeft gehandeld (Peeters/Gatzen-vordering). (meer…)

HR 13 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2627 (Schepel & Miedema q.q. / Ontvanger)

De Hoge Raad beantwoordt prejudiciele vragen over de bevoegdheid van de Ontvanger op grond van art. 24 lid 1 Iw tot verrekening in het faillissement van vennootschappen in een fiscale eenheid. (meer…)

HR 15 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2358 (Universal Music International / verweerder c.s.)

Vervolg van de procedure na beantwoording van prejduciele vragen door het Hof van Justitie van de Europese Unie. Uitleg van “plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan” (art. 5, aanhef en onder 3 EEX-Vo) in het geval waarin de schade in een lidstaat uitsluitend het rechtstreekse gevolg is van een onrechtmatige gedraging die zich in een andere lidstaat heeft voorgedaan.

(meer…)

Cassatieblog.nl